33
het vermogen om door hoorbare of zichtbare teekens gecompliceerde mededeelingen te doen aan soortgenooten.
Toch is het laatste woord in deze nog niet gesproken. Al valt er sterk te twijfelen aan het verstand van deze dieren, door niemand minder dan Salomo ons menschen ten voorbeeld gesteld, er is nog zoo veel onverklaard, dat er voor een logisch denker en geduldig experimenteerder nog heel wat te ontdekken valt.
Ga ook vooral niet generaliseeren en andere insecten, die op geheimzinnige wijze den weg vinden, op een lijn stellen met de spoorvolgende mieren. De honingbijen o.a. houden er een middel om den weg te vinden op na, waar wij in het geheel niet achter kunnen komen. Zoodat wij voorshands maar moeten gelooven dat het gewoonweg menschelijk orienteeren is.
Wie er meer van weten wil, kan te recht in:
Dürfen wir den Ameisen und Bienen psychische Qualitäten zuschreiben? door Albrecht Bethe, Bonn 1898.
Sind die Bienen Reflexmachinen? door H. von Buttel—Reepen, Leipzig 1900.
Die psychischen Fähigkeiten der Ameisen, door Wasmann, Stuttgart 1899.
Etudes sur les Fourmis, les Guêpes et les Abeilles, door Janet 1897.