Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/50

Deze pagina is gevalideerd

50

haast tot in het oneindige gevariëerd, wat betreft de middelen tot aanlokking der insecten. Uitzonderingen zijn er natuurlijk ook. Zoo worden bij het schoone geslacht der Venus-muiltjes of Vrouwenschoentjes, de Cypripediums, geen meelklompjes afgehaald door de insecten. Ook is daar de karakteristieke orchideeën-meeldrager niet tot ontwikkeling gekomen, en de beide stuifmeeldragende knoppen liggen niet vlak boven het stempelzuiltje; maar rechts en links er achter.

De bestuiving geschiedt bij deze veel gezochte en duur betaalde orchideeën op een nog zonderlinger manier. Een bij of een wesp duikt hier weg in het sierlijke muiltje en vindt daar wat lekkers om te snoepen; maar de wanden zijn zoo glad en zoo lastig geplaatst, dat het diertje na zijn snoeplust bot gevierd te hebben, niet meer op dezelfde wijze zijn vrijheid terug kan krijgen. Er is maar één weg open, dat is een nauwe pijp, een kanaal onder den stempelzuil door; daarachterin leidt een nauwe schacht naar boven, naar 't licht; het dier wringt zich daar met moeite uit en... rechts of links wordt het bepoederd met het bevruchtend bloemenstof.

Straks kruipt het beestje toch weer in een ander veelbelovend schoentje; 't strijkt bij 't afdalen overmijdelijk langs den grooten glimmenden stempel en lost daar een deel van zijn last, aldus onwillens en onwetens volbrengend, wat de geheimzinnige Geest van het Schoentje gewild heeft.