Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/79

Deze pagina is gevalideerd

79

't oog vallende en onderscheidende kenmerken 't duidelijkst aangegeven. De kopjes alleen zijn eigenlijk al voldoende. Bij de prachtig blauw, geel en witte pimpel, steekt de groote, zwart met gele koolmees al heel sterk af. De zwarte mees, die van de zeldzamere gasten nog 't meest in den tuin komt, is van alle andere te onderscheiden door den witten vlek in den nek. Het zwartkopmeesje komt niet vaak bij 't voer, hij pikt daar meestal een paar zaadjes op en vliegt er snel mee weg om ze te verstoppen; 't zijn de beste acrobaten van de meezenfamilie; gewoonlijk zijn ze met hun beiden, ze zijn bruin, en de witte wangen die bij koolmees en zwarte mees al van verre in 't oog vallen, zijn zoo goed als niet aanwezig.

Kuifmees en staartmees zijn wel de mooiste, de meeste begeerde meezen aan het lokvoer; ook al omdat ze maar zelden willen komen. Verleden jaar werd mij een levende kuifmees gebracht, die bij 't voer was gevangen. Het diertje schikte zich best in zijn kooi op school; ongelukkig bevroor op een Zondagmiddag 't drinkbakje; Maandagmorgens was hij dood, zijn kooigenooten pimpel en staartmees hadden 't overleefd.

Nu komen de zes andere insecten-vogeltjes aan de beurt, die met de meezen het dozijn volmaken, dat wij in gunstige gevallen 's winters te gast kunnen krijgen.

Nog gemakkelijker dan de meezensoorten zijn deze kleine insectenvogels te onderscheiden, die 's winters bij het lokvoer in den tuin willen komen.

De trouwste bezoeker na de pimpel, is de allemansvrind roodborst. Zoodra hij merkt dat alles veilig is, wordt hij stamgast en gedraagt zich vrij aanmatigend tegen zijn hongerige medeleden van de societeit. Altijd aantrekkelijk en interessant zijn de vlugge bewegingen van dit mooie vogeltje met zijn roestroode borst en keel. De groote ronde gitoogen staan