Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/90

Deze pagina is gevalideerd

90

kinderen, en kinderen zijn gedachteloos en wreed voor dingen en dieren waarvan zij niet houden. Daarom schreef ik eens 't volgende in een boek voor onderwijzers bestemd; maar ook ouders mogen 't lezen.

"Op een Woensdag 11 November, zaten er in 't Oosterpark te Amsterdam een paar roodborstjes te zingen op de takken van de lage heesters; ik had ze al een poos gevolgd en genoot van de schoonheid van vorm en kleur en het lieve herfstgeluid der vroolijke diertjes. Een paar schooljongens van een jaar of twaalf, dwaalden er rond; ze zagen mijn roodborstjes; ze kenden ze, want hun uitroep "Roodborstjes!" hoorde ik duidelijk. Op 't zelfde oogenblik, één met het zien en uitroepen, werd de verboden katapult uit den zak gehaald en vloog een steentje naar het roodborstje, dat, in den kop geraakt, neerdraaide; zooals vogels altijd vallen als de hersens gewond zijn. Ik stond verbluft, liep op hen toe. Zij natuurlijk aan den haal. Toch had ik hun alleen willen vragen of op hun school aan natuurlijke historie werd gedaan en hoe; ik ben overtuigd òf in 't geheel niet, òf verkeerd, alleen met behulp van platen en leeslessen.

Wat bezielt zulke kinderen toch? Het doode diertje hebben, bezitten? Daar was geen kans op; het hooge hek van de H.B.S. scheidde de heesters van den weg. Alleen maar lust in schieten, plezier van zoo goed te kunnen raken! Vooral dat verboden schieten! Ze weten niet, dat zoo'n roodborstje een mooi en lief vogeltje is en innig mooi zingt, zoo lang het leeft; denken er niet aan, dat het nu met dien bloedenden kop nog uren in doodstrijd ligt te spartelen, straks een rottend kreng, stinkend aas voor ratten of katten. Weten en denken bij het doen, dat zijn twee.

Als daar in de klasse van die jongens een roodborstje of