60
Dit alles, verbonden met den verschrikkelijken nood, het gebrek aan grondstoffen, en aan arbeid, zal de middenklassen naar de zijde van het Proletariaat drijven[1].
Het Groot-Kapitaal heeft nu de geheele meerwaarde noodig voor zich zelf.
Het Groot-Kapitaal heeft nu de geheele meerwaarde noodig voor zijn kapitalistischen Staat, die zijn middel is om de andere klassen onder zijne heerschappij te houden. Het deel der meerwaarde, dat de lagere middenklassen kregen, was altijd klein.
Maar nu, na dezen oorlog, en onder het Imperialisme, zal bijna niets voor deze middenklassen over blijven.
Aan deze klassen, aan de lagere, verreweg de talrijkste deelen dezer klassen biedt de socialistische „Staat" nu meer dan de kapitalistische.
Hun biedt het Proletariaat nu meer dan het Groot-Kapitaal.
Het werkelijke Socialisme is beter voor hen dan het Staatssocialisme.
Het deel van de meerwaarde, dat zij van het overwinnende Proletariaat, van het Socialisme krijgen, is grooter dan wat zij krijgen van het Groot-Kapitaal.
Het Proletariaat moet zeggen tot de middenklassen, tot alle waarlijk arbeidende klassen:
Wij zullen het Groot-Kapitaal, en de Productie-middelen onteigenen, wanneer wij overwinnen. Dan zullen wij ze tot gemeenschappelijk eigendom maken, en ze gebruiken voor allen, ook voor u.
Gesteld voor de keuze, door het imperialistische Kapitalisme onderdrukt te worden en vernietigd, of door het Proletariaat te worden gered, zullen millioenen en millioenen der middelklassen de kant van het Proletariaat kiezen.
Het Proletariaat kan zoo, op den duur, de meerderheid der bevolking op zijn zijde brengen.
Dit alles kan het Proletariaat echter alleen dan, wanneer het waarlijk voor het volle Socialisme opkomt, dat wil
- ↑ Door de oorlogswinsten en oorlogsleeningen is gedurende den oorlog de concentratie en de macht van het Grootkapitaal nog enorm toegenomen. Daardoor is de noodzakelijkheid om het Grootkapitaal te onteigenen voor de geheele maatschappij nog dringender.