Pagina:Hertogenbosch en derzelver inwoners bij het begin der negentiende eeuw.djvu/64

Deze pagina is niet proefgelezen
(56)

uw verhaal word met eens in twijfel getrokken meng in uwe verhalen de ijslijkſte en tevens de alleröngerijmdſte Spookhistoriën, dan – ô! dan hebt Gij eerst het regte getroffen, men zal niet moede worden om te horen, men zal alles gretig geloven, en vooräl zal men dezelve in zijn geheugen trachten in te drukken, om het ook aan anderen te kunnen vertellen; en wanneer Gij met uw verhaal ophoudt, dan zal men U, zo vriendlijk mooglijk, verzoeken, men zal U dringen, men zal aanhouden, om nog meer dergelijke ſtukken te verhalen. Hoe wonderlijker, hoe onwaarſchijnlijker, hoe ijslijker uwe vertellingen zijn, hoe meer geloof aan dezelve gehecht word. Dit vloeit zeer natuurlijk uit domme onkunde voord; hoe dommer een Sterfling is, hoe gretiger hij is, om het wonderlijke te horen, hoe genegener, om hetzelve als onfeilbare waarheid te omhelzen:

Is het zo ſlecht met de Opvoeding in de Meiërij onder de Roomſchen gelegen, wat wonder dan, dat men daar genen prijs ſtelt op deugd en braafheid, dat men daar niet deugdzaam is, omdat de deugd haren liefhebberen gelukkig maakt, maar omdat men vele ondeugden (en hoe gelukkig is dit niet?) niet kent. –

Geen