Pagina:Het Koninkrijk Deel 01 Voorspel (1969).djvu/7

Deze pagina is niet proefgelezen
VOORWOORD

bronnenmateriaal (litteratuur of documenten) ontbreken: ik beschouw het streven naar volledigheid bij het geven van dergelijke verwijzingen ook daarom als tamelijk zinloos omdat zelfs de meest complete opgave van waar de historicus zich zo al in verdiept heeft, nooit ten volle de inhoud verklaren kan van het in hem gegroeide en door hem vastgelegde historische beeld dat, zo formuleerde ik het eens, niet uit maar aan het bronnenmateriaal tot ontwikkeling gekomen is.[1] Van alle geraadpleegde htteratuur, van elke map met stukken die ik las, heb ik apart aantekening gehouden; ik had niet de behoefte, aan de tekst overzichten van al dat bronnenmateriaal toe te voegen. Trouwens, wie zich serieus wenst te verdiepen in de materie welke in dit seriewerk behandeld wordt zal, toch steeds in de eerste plaats aangewezen zijn op de collecties van het Rijksinstituut in hun totaliteit hetzij ten institute, hetzij, later, in Algemeen Rijksarchief en Koninklijke Bibliotheek.

Dan de spelling. Terwille van de uniformiteit heb ik de vrijheid genomen, in alle citaten, ja zelfs in titels van vroeger verschenen boeken, dagbladen en periodieken èn in namen van organisaties de in 1954 vastgestelde spelling te volgen. Ik zie de spelling nu eenmaal als een hulpmiddel dat met begrip voor de huidige lezer gehanteerd moet worden; ook de lezer van later moet men het trouwens niet moeilijker maken dan strikt noodzakelijk is. Spel- en stelfouten zijn in geciteerde stukken overal daar gehandhaafd waar zij de indruk maakten, niet toevallig en derhalve typerend te zijn.

Eindelijk dan dit: de staatkundige verantwoordelijkheid voor de verschijning van dit deel zo goed als van de overige delen van Het Koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereldoorlog ligt (dat vloeit uit de positie van het Rijksinstituut

  1. L. de Jong: De Duitse Vijfde Colonne in de tweede wereldoorlog (1953), p. 448.
VII