Pagina:Het Koninkrijk Deel 02 Neutraal (1969).djvu/58

Deze pagina is niet proefgelezen

DE EERSTE WEKEN

In het vroegere Poolse deel van Opper-Silezië werd het zingen van Poolse liederen, ja zelfs het afnemen van de biecht in het Pools verboden. Een deel van de geestelijkheid werd naar het Generalgouvernement verdreven, andere Poolse priesters, uiteindelijk ca. zeventienhonderd, kwamen in het concentratiekamp Dachau terecht waar de helft hunner om het leven zou komen. In de geannexeerde gebieden moest plaats gemaakt worden voor enkele honderdduizenden Volksduitsers die het Derde Rijk met een speciale, alweer onder Himmler ressorterende organisatie liet overbrengen uit de Baltische republieken, later ook uit Roememë; dat was een van de factoren die de Duitsers er toe bracht, de Polen en masse naar het Generalgouvernement te transporteren: bijna negentigduizend vóór midden december '39, een jaar later waren het meer dan driehonderdduizend geworden.

Met die Polen werden uit de geannexeerde gebieden, zulks met uitzondering van de stad Lodz waar de Duitsers de Joodse arbeiders in de textielindustrie niet wilden missen, vele Joden naar het Generalgouvernement verdreven, zulks in volgepropte treinen waarin in de strenge winter van '39 op '40 tallozen doodvroren. Volgens een instructie die Heydrich, Chef der Sicherheitspolizei, uitgevaardigd had terwijl Warschau zich nog verdedigde, werden die verdreven Joden in het Generalgouvernement in steden geconcentreerd die goede spoorwegverbindingen hadden: het was niet de bedoeling dat zij cr op de lange duur zouden blijven. Plaatselijk werden alle Joden aan het gezag van een Ältestenrat onderworpen en deze was, aldus Heydrich, 'voll verantwortlich zu machen für die exakte und termingemasse Durchführung aller ergangenen oder noch ergehenden Weisungen.'[1] In Lodz kwam een ghetto tot stand; zo ook in de steden en kleinere plaatsen van het Generalgouvernenient - alleen al in Warschau werden vierhonderdduizend Joden in een klein deel van de stad samengedrongen; dat stadsdeel werd in de herfst van '40 met een hoge muur omgeven. Daarnaast werden op bevel van de Duitsers tienduizenden Joden door de Ältesten- of, zoals men ze ging noemen, Judenräte aangewezen om, in primitieve kampen ondergebracht, dwangarbeid te verrichten in kiezel- en steengroeven en bij de aanleg van wegen.

Uit het Generalgouvernement werden voorts Poolse arbeiders en arbeidsters, ook al bij honderdduizenden, voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland getransporteerd, aanvankelijk geronseld, later bij massale razzia's opgepakt: meer dan tachtigduizend al in de lente van '40, het zouden er tenslotte meer dan een miljoen worden. In Duitsland werden zij als 'billige Sklaven' (Hitlers

  1. Schnellbrief, 21 sept. 1939, van Heydrich aan de Chefs aller Einsatzgruppen der Sicherheitspolizei (Neur. doc. EC-307).

52