Pagina:Het Vaderland vol 010 no 303.pdf/5

Deze pagina is proefgelezen

Woensdag 25 December 1878.
Tiende Jaargang. — No. 303.
Bureel: PARKSTRAAT, No. 15, ’s Gravenhage.

Directie

d. a. thieme j. stemberg.



Prijs per 3 maanden:

Voor ’s Gravenhage ƒ4,20, franco per post ƒ4,90

Voor het Buitenland franco per post ƒ6,50.

Voor Indië ƒ42,— per jaar.

Afzonderlijke nommers 10 Cents, aan het Bureel 5 Cents.

HET VADERLAND. Administrateur

c. a. van reyn.



Prijs der Advertentiën:

Van 1—6 gewone regeks met een No. der Courant ƒ1,25.

Elken regel meer 20 Cents.

Liefdegiften en dienstaanbiedingen 10 Cent per regel.



Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN.



Tweede Blad.



BUITENLAND.



’s Gravenhage, 24 December.


Een van de conservatieve afgevaardigden van Cambridgeshire, Yorke, is overleden op 35 jarigen leeftijd; hij had 5 jaar in het Lagerhuis zitting genomen en was gehuwd geweest met een dochter van wijlen sir Anthony de Rothschild.

De kardinaal Fabro Asquini is overleden; hij was in 1802 geboren en werd kardinaal in 1844.

Passanante heeft te kennen gegeven, dat hij zijn advocaat Tarantini zijn verdediging zal opgeven. »Ik zal in de geschiedenis als een martelaar worden vermeld of als president van de algemeene republiek”, zeide hij, tot den president van het hof avn assisesen dat hij alleen den Koning had willen kwetsen; zoo ik hem had willen dooden” voegde hij er bij, dan zou ik den dolk hebben kunnen vergiftigen en na den eersten stoot bleef de Koning recht voor mij staan en had ik hem gemakkelijk kunnen dooden.”

Uit Madrid wordt bericht, dat Moncasi ernstig ziek is; hij lijdt aan gastrische koorts.

Aan de »Daily News” wordt getelegrapheerd uit Syra, dat berichten uit Sophia bevestigen dat 610 vrouwen, kinderen en mannen door Turksche ongeregelde troepen vermoord zijn: meer dan 30 dorpen werden geplunderd in de districten Razlog, Meilnik en Maleshovo; er zijn meer dan 20 000 vluchtelingen, meest vrouwen en kinderen.

De »Estafette” verneemt uit Moskou, dat op den spoorweg Rostow—Vladikawkad een passagierstrein, bestaande uit 22 wagens, van een hoogte van 15 meter is gevallen; de machinisten, conducteurs en 18 passagiers werden gedood, 38 personen zeer zwaar gekwetst; de ramp is aan nalatigheid van het dienstdoend personeel toe te schrijven.

Te Longport (graafschap Somerset) is de weduwe Davis in den ouderdom van 102 jaren overleden.


TELEGRAMMEN.

Londen, 23 Dec. — Officieel wordt uit Djellalabad gemeld, dat die plaats den 20n dezer is bezet. De bevolking toonde zich vriendschappelijk. Het was er rustig. Daar buiten en in Kaboul heerscht anarchie.
Blijkens officieel bericht uit Calcutta van 21 dezer is Roberts den 20n naar Kurum teruggekeerd.

Londen, 24 Dec. — Aan de »Times” wordt uit Lahore van den 23n getelegrapheerd: De hoofden van den Chilai-stam riepen Yakoob Khan tot Emir uit. Uit Jellalabad wordt van den 20n aan de »Daily News” bericht: Cavagnari ontving een belangrijken brief van den Emir; de inhoud is nog onbekend.
De hertog van Edinburg zal binnenkort tot vice-admiraal worden bevorderd.

Rome, 23 Dec. — De afgetreden Minister van Buitenlandsche Zaken Corti zal als ambassadeur naar Konstantinopel terugkeeren.

Belgrado, 23 Dec. Rusland wil zich verbinden tot het verleenen eener jaarlijksche toelage van 60 000 roebels voor de vestiging van Russische leerstoelen en scholen in Servië.
De Minister van Financiën zal een voorstel doen tot het sluiten eener leening van 24 millioen francs.

Konstantinopel, 23 Dec. De onderhandelingen tusschen de Porte en graaf Zichy berustend op de Irade, waarbij Kheredine Pacha wordt gemachtigd een schikking te treffen, zullen binnenkort een aanvang nemen; het sluiten van de overeenkomst is aanstaande. Safvet zal eerlang naar Parijs gaan als gezant.



BINNENLAND.



’s Gravenhage, 24 December.



Officiëele berichten

Z. M. heeft aan na te melden auditeurs en officieren bij rustende schutterijen, op verzoek, eervol ontslag ontleend, te weten: in Noord-Brabant, 7e bat., aan C. J. C. Mombers, als 2e luit.; 8e bat., aan J. Buys, als kapt.; in Gelderland, 3e bat., aan jhr. S. J. Van Westerveldt Sandberg, als kapt., en aan mr. J. C. Verhoeff, als 1e luit., 6e bat., aan A. F. Drino, als 1e luit.-kwart.; 11e bat., aan J. A. Quack, als maj.-komm., en aan A. D. Sipman, als 1e luit.-kwart.; in Friesland, 2e bat., aan F. Gorter, als kapt. en aan J. Feenstra, als 1e luit.; in Overijsel, 8e bat., aan H. Van de Hulst, als 1e luit.; in Groningen, 1e bat., aan G. Kuiper, als 2e luit., wegens verandering van woonplaats; 2e bat., aan S. Lohman, als 1e luit.; in Limburg, 3e bat., aan C. A. Geloudemans, als kapt. en A. T. H. J. Janssens, als 1e luit.-adj., en mede eervol ontslag verleend wegens woonplaats-verandering: in Overijsel, 3e bat., aan A. N. baron De Vos van Steenwijk, als 1e luit.-kwart.; 7e bat., aan D. W. C. IJssel de Schepper, als 1e luit.-kwart., en aan H. Verbeek, als 2e luit.; in Drente, 1e bat., aan C. Pothoff Hulst, als kapt.; terwijl bij de rustende schutterijen zijn benoemd: in Noord-Brabant, 7e bat., tot 2e luit. jhr. H. F. M. De Kuyper, thans schutter; 8e bat., tot kapt. P. N. Van Cromvoirt, thans 1e luit.; tot 1e luit. B. Hombergen, thans 2e luit.; tot 2e luit. J. C. Van Bokhoven, thans schutter; 11e bat., tot maj.-komm. A. C. Granpré Molière, thans kapt.; in Gelderland, 3e bat., tot kapt. A. F. Moerkercken van der Meulen, thans 2e luit.; tot 1e luit. dr. J. Schut, thans 2e luit.; tot 2e luit. A. Van den Pol en M. J. Chevalier, thans schutters; 6e bat., tot 1e luit.-kwart. H. C. J. Gerritsen; 11e bat., tot maj.-komm. E. C. Smets, gep. maj. van het leger in Ned. Indië, tot 1e luit.-kwart. L. Van Ingen, thans 2e luit.; in Noord-Nolland, 2e bat., tot 1n luit. H. C. R. Folmer en T. Folmer, beiden thans 2e luit.; tot 2n luit. H. De Grout, thans schutter; in Friesland, 2e bat., tot kapt. J. Helder, thans 1e luit.; tot 1n luit. T. Hoeneveld en D. Botma, beiden thans 2e luit.; tot 2n luit. T. Tilkema, thans serg., en E. Helder, thans schutter; in Overijsel, 6e bat., tot kapt. W. Kostverloren. thans 1e luit., en J. Ter Hofte, thans 2e luit.; tot 1n luit. H. Huzink en E. H. Udink ten Cate, beiden thans 2e luit.; tot 2n luit. G. Groenhof, A. L. C. baron Du Tour, A. E. Melster en mr. W. P. Hubert; in Groningen, 1e bat., tot 2n luit. J. Folkerts, thans schutter: 2e bat., tot 1n luit. R. Abels, thans 2e luit.; tot 2n luit. R. Van Hemmen, thans schutter; in Drente, 1e bat., tot kapt. W. Tonckens, thans 1e luit.; tot 1n luit. J. Homan, thans 2e luit.; tot 2n luit. R. Jipping, thans schutter; in Limburg, 3e bat., tot kapt. A. H. Princen, thans 1e luit.; tot 1n luit.-adj. mr. C. A. H. I. Janssens, thans adj.-onderoffic.; tot 1n luit. J. H. S. Colen, thans 2e luit.; tot 2n luit. M. C. A. H. J. Janssens.




De vice-president van den Raad van State, de voorzitter van de Eerste en de voorzitter van de Tweede Kamer zijn uitgenoodigd de huwelijksplechtigheid van Z. M. den Koning met H. D. H. Prinses van Waldeck en Pyrmont te Arolsen bij te wonen.

Wij vernemen, dat de volgende heeren zich bereid verklaard hebben, om met de commissie, die de vorige week aan Z. M. den Koning het album aanbood, zich te vereenigen tot een Comité om Hunne Majesteiten bij hun komst in de residentie een ovatie te bereiden: Dr. A. T. Van Aken, D. A. C. Artz, Mr. C. Asser, Jhr. Mr. Gr. J. Th. Beelaerts van Blokland, D. Bles, Jhr. Mr. E. N. De Brauw, J. A. M. Van der Brugh, J. J. Cremer, A. Croiset van der Kop, Luit.-Kol. Dommers, J. D. Doorman, Vice-adm. Fabius, J. Van Gorkum Jr., C. M. De Groot, Mr. H. Graaf Van Hogendorp, J. Kemps, Dr. H. C. Kips, J. J. Michon, G. J. Pontier, C. Reedijk, G. F. C. Rose, A. C. Schijff, A. Seiffert, G. A. Sillevis, J. A. B. Stroebel, Jhr. Mr. J. F. Schuurbeque Boeije Jr., D. A. Thieme, W. J. Van Zanten Jut, W. J. Van Zeggelen, L. F. J. Zuur.



De verschillende wetsontwerpen, voor hedenmorgen door de Eerste Kamer aan de orde gesteld, zijn alle zonder discussie en met algemeene stemmen aangenomen. Daartoe behooren de wet op de Middelen en de wet tot bekrachtiging van provinciale belastingen in Limburg.
Vonden de gewichtige bezwaren, tegen dit laatste ontwerp in de andere Kamer geopperd, dan geen echo in de Eerste? Uit het eindverslag blijkt, dat zij zich ook wel degelijk hier deden gelden, maar dat de leden, die de voor kerkelijke doeleinden toegezegde subsidiën onwettig achtten, toch maar voorgestemd hebben. Sommigen hunner verklaarden zich voor het vervolg daardoor niet gebonden te rekenen. Deze zonderlinge houding laat zich slechts verklaren, als men aanneemt, dat zij het voor waarschijnlijk houden, dat men dit jaar met een exceptioneel geval te doen heeft; doch hoe weinig dit waar is blijkt wel uit de discussiën in de andere Kamer, die het vooruitzicht openen, dat telken jare dergelijke subsidiën op de begrooting zullen verschijnen. Anderen van hen, die de wettigheid der subsidiën betwistten, zouden het ontwerp aannemen, omdat zij hoopten op regeling dezer materie bij de herziening der provinciale wet. Die leden zullen dan ook nog wel verscheiden jaren hun stem aan dergelijke ontwerpen blijven geven, want wederom in de andere Kamer is gebleken, dat die herziening nog vooreerst niet geschieden zal. Recht duidelijk is het daarbij niet, hoe men subsidiën voor onwettig kan houden en toch op een herziening der wet moet wachten om zijn stem aan die onwettigheid te weigeren.



In de zitting van de Tweede Kamer van 4 December ll. verklaarde de Minister van Binnenlandsche Zaken:
»Wanneer men zegt: er moet gelegenheid zijn om drankhuizen en dergelijke inrichtingen naar bepaalde gedeelten van de gemeente te verwijzen, dan zeg ik: het is reeds mogelijk naar de bestaande wet.”
Die verklaring zou misschien onopgemerkt voorbij zijn gegaan, indien er in de avondzitting van 20 December nog niet eens de aandacht op gevestigd ware, en toch is zij van het grootste belang. Herhaaldelijk toch hebben onder vroegere ministeries gemeentebesturen beproefd op die wijze althans eenigermate aan de toeneming van het aantal drankhuizen paal en perk te stellen, maar steeds word hun tegengeworpen: artikel 2 van de patentwet is met dergelijke verordeningen, waarbij drankhuizen naar bepaalde gedeelten van de gemeenten worden verwezen, onvereenigbaar — en het gevolg was, dat verordeningen van die strekking door den Koning werden vernietigd.
Thans zal dat niet meer gebeuren, want de Minister heeft met zoovele woorden de bevoegdheid der gemeentebesturen in deze erkend. En dat van die bevoegdheid een ruim gebruik zal worden gemaakt, mag zeker met grond worden verwacht. Nog onlangs hebben de burgemeesters van N.-Holland zich met een adres tot de Regeering gewend met verzoek het aantal drankhuizen te beperken; — wel een bewijs, dat men meer en meer overtuigd wordt van de noodzakelijkheid om de handen aan den ploeg te slaan.
Dat ook de Minister van Financiën in die richting wil werkzaam zijn, blijkt duidelijk uit de korte rede, waarmede hij bij de behandeling der wet op de Middelen den heer Borgesius heeft geantwoord. Niet alleen toch heeft de Minister verklaard, dat hij bij de herziening der patentwet verhooging van de patenten voor drankverkoopers op den voorgrond zal stellen, maar tevens heeft hij meegedeeld, dat hij in afwachting van de algemeene herziening der patentwet reeds een afzonderlijk ontwerp tot verhooging van de drankpatenten gereed heeft doen maken. De indiening van dat ontwerp, over welks min of meer wijde strekking de Min. nog geen bepaalde toezegging kon doen, wacht nog slechts op den uitslag van een aanhangig onderzoek aangaande den invloed op het kiesrecht en op de clandestine tapperijen. Dat onderzoek is nog niet geheel afgeloopen, maar — zoo verklaarde de Min. — »mijn aanvankelijke indruk is, dat het resultaat ons niet zal behoeven terug te houden van den maatregel, door den geachten afgevaardigde en mij gewenscht.”



De geabonneerden van de Fransche opera hebben met 54 tegen 3 stemmen den heer Cot aangenomen als second ténor léger; de uitslag van een vroegere stemming was, dat mlle. Barrier als chanteuse légère de grand-opéra met 73 togen 2 stemmen werd toegelaten.



In de »Hoornsche Courant” komt een brief voor van den heer Van Dedem aan den heer K. De Jong, lid der Tweede Kamer. Naar aanleiding van de krasse motie, tegen dien afgevaardigde uitgebracht in de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, geeft schrijver hem de verzekering, dat, terwijl ook hij zich met de denkbeelden van den afgevaardigde over landbouwonderwijs niet kan vereenigen, dit echter niet wegneemt, dat hij onverdeelden eerbied blijft koesteren voor de toewijding en het talent, waarmede de heer De Jong als Hoorn’s afgevaardigde ’s lands belang behartigt.



Bij den Amsterdamschen Gemeenteraad is een adres ingekomen, waarin gevraagd wordt dat alle koffiehuizen, café’s chantants, kroegen enz. te 12 uur ’s nachts zullen moeten sluiten, evenals dit te Rotterdam is bepaald. Deze inrichtingen toch nemen in de hoofdstad in den laatsten tijd op schrikbarende wijze in aantal toe.



Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam zal, wanneer daartegen geen onoverkomelijke bezwaren bestaan, tijdens het verblijf van HH. MM. den Koning en de Koningin in de hoofdstad, op ’t IJ worden gestationneerd om bij HD. aankomst de gebruikelijke 101 saluutschoten te lossen. Ook Zr. Ms. oefeningsbrik »Ternate” zal op de reede van Amsterdam worden geankerd.



Men deelt aan de »N. Rott. Ct.” mede, dat ten gevolge van het votum van de Tweede Kamer betreffende de IIe Afdeeling der Krijgsschool voor officieren, deze Afdeeling met 1 Januari a.s. zal worden opgeheven.
De daarbij geplaatste officieren zullen voorloopig worden gedetacheerd bij korpsen, in garnizoen te ’s Gravenhage.



Ten gevolge van de tegen 1 Mei a.s. bevolen garnizoensverandering zullen Harlingen, Terneuzen, Heusden en Woerden als garnizoensplaats vervallen. De garnizoensplaatsen Vlissingen, Amsterdam, Gouda, ’s Hertogenbosch en Deventer ondergaan een vermindering aan garnizoen resp. van 4, 2, 2, 1 en 1 comp., terwijl van de garnizoenen Naarden, Breda, Bergen-op-Zoom, Utrecht, Doesburg, Roermond en Geertruidenberg de sterkte wordt vermeerderd resp. met 7, 3, 3, 2, 2, 2 en 1 comp.



De heer Saaymans Vader heeft in de Kamerzitting van 11 Dec. gejammerd over de slechte richting, die het middelbaar onderwijs dikwijls nam. Tot bewijs moest dienen een zinsnede uit Büchners werk »De mensch en zijn plaats in het verleden, het heden en de toekomst”, vertaald door den heer R. E. De Haan, directeur der H. B. S. te Winterswijk. In een langen brief in de »Nieuwe Rotterd. Court.” komt thans de heer De Haan op tegen de oppervlakkige beschouwingen, de onjuiste gevolgtrekkingen en het oneerlijk citeeren van den heer Saaymans Vader.



Heden is het museum, door de »Vereeniging voor Geschiedenis en Kunst” te Rotterdam, boven de Beurs aldaar opgericht, voor het publiek opengesteld. In drie vertrekken is voorloopig de net gerangschikte en interessante collectie historische kunstvoortbrengselen geplaatst.
In het eerste vertrek, versierd met een zeer goed gepenseeld Stilleven, een Boerenkermis van Droochsloot en de portretten van A. De Riemer en zijn echtgenoote, prijkt een schouw uit de 17e eeuw, samengesteld uit een gebeeldhouwde kap, vuurplaat en tegels van dien tijd. Verder staan in dit vertrek een paar vitrines, waarvan de een gedenkpenningen en een adelsbrief van 1454, en twee keurige getjjdeboeken uit het midden der 15e eeuw bevat, en de andere een verzameling point d’Alençon en Venetiaansche kant uit de 17e en 18e eeuw.
In het tweede vertrek boeien de aandacht de op koper geschilderde portretten van Hendrik IV en zijn gemalin, ruim 250 jaren oud, een zeer fraai spiegeltje met een keurig gebeeldhouwde lijst, eenige fraaie stoelen en een kast in den stijl der Renaissance. In het derde vertrek prijkt in éen hoekkast keurig glaswerk, in een tweede zeldzaam Amstelsch porselein, Loosdrechtsch en Delftsch aardewerk, koperen armblakers, een ijzeren luchter uit de zestiende eeuw, stoven en handwarmers enz.
Vier, vijf ingezetenen stonden voorwerpen voor ’t museum in bruikleen af.
Thans is er ook tijdelijk een prachtige schilderij van Ooms ter bezichtiging gesteld — een eigendom van den heer Fop Smit Jr., die het eerste voorbeeld daarmee gaf van de wijze, waarop men, ook zonder voor langen tijd van zijn kunstproducten afstand te doen, de belangstelling voor de kunst en voor het nieuwe museum kan opwekken.



Te Wageningen trad gisterenavond in de afd. van den Anti-dienstvervangingbond als spreker op de kapitein F. Van Tuerenhout uit Breda. Zijn lezing werd door een zeer talrijk publiek met belangstelling gevolgd; uitvoerig trachtte hij te betoogen, dat ons land onafhankelijk kan blijven, indien maar de vereischte middelen worden aangewend. Het ledental der afd., dat reeds meer dan 200 bedroeg, is nog aanzienlijk toegenomen.



De heer Van Hattem te Sliedrecht heeft voor f 69 900 het aanleggen van een boulevard op de te slechten vestingwerken te Nijmegen aangenomen.



De kwestie der verdeeling van de Wageningsche Meenth treedt een nieuwe phase in. De raad van Wageningen, namens de geërfden optredende, heeft het voorstel van de geërfden van Bennekom om bij verdeeling aan Wageningen een derde toe te wijzen, met eenparige stemmen verworpen.



De gemeenteraad van Schiedam heeft tot directeur van het vrije handels-entrepôt aldaar benoemd den heer J. M. Van der Schalk.



De gemeente Zalt-Bommel leed een gevoelig verlies in den heer mr. J. G. Thooft, kantonrechter, lid van den Gemeenteraad en van de Provinciale Staten, die gisteren in den ouderdom van 56 jaren overleed. Hij was als rechter en als mensch onkreukbaar eerlijk en humaan, en genoot dan ook de hoogste achting bij al zijn mede-burgers.



De Raad der gemeente Alkmaar heeft besloten de verordening tot regeling der plaatselijke directe belasting op ’t inkomen aan te houden, totdat de belastingplannen der Rijksregeering bekend zullen zijn.
Een voorstel om inmiddels te bepalen, dat hij, die aantoont te hoog in de plaatselijke belasting te zijn geclassificeerd, wordt aangeslagen naar zijn bewezen inkomen, — werd verworpen.



Te Frederiksoord is voor eenige dagen op ruim 80-jarigen leeftijd overleden de oudste ambtenaar in dienst der Maatschappij van Weldadigheid, de heer T. H. P. Van Marle. Bijna 56 jaren wijdde hij al zijn krachten aan de belangen dier maatschappij.



Jhr. mr. P. B. J. Vegelin van Claerbergen, te Joure, heeft aan de Werkliedenvereeniging aldaar een stuk grond ten geschenke gegeven voor den bouw van 100 flinke »kamers.”



Door de commissie over de muziekschool te Deventer is tot 2en leeraar aan die school benoemd de heer Henri Van den Berg van Amsterdam.



Tusschen de provincie en de gemeente Groningen bestaat sedert geruimen tijd een geschil over de vraag: wie van beiden verplicht is tot het maken van een kade bij het voormalige Kleine Poortje in het groot scheepvaartkanaal. De gemeente heeft thans beslist niet tot de uitvoering over te gaan.



Uit hoofde van het belang, dat in de bestaande omstandigheden de zaak ook voor onze Belgische naburen oplevert, verschijnt, naar het »Hbl.” meldt, zoodra de Hooge Raad der Nederlanden in laatste instantie zal hebben beslist, in een rechtsgeleerd tijdschrift te Brussel een Fransche vertaling van de behandeling der onderscheiden rechtsgedingen over de Limburgsche processiën.



Prof. Brill te Utrecht zal, ten behoeve van onderwijzeressen, den 11n Jan. e. k. weer een cursus openen in het physisch laboratorium aldaar, over de geschiedenis van ons vaderland.



De landbouw-vereeniging te Beekbergen heeft een commissie benoemd om met de gemeente Loenen in overleg te treden, ten einde de algemeen verlangde scheiding van de gemeente Apeldoorn te bevorderen.



Het armbestuur van Woerden heeft een practisch middel in toepassing gebracht om ’t bedelen te voorkomen. Er is nl. een vrijwillige inschrijving geopend, uit de opbrengst waarvan in de behoeften der armen wordt voorzien.



Te Arum is een harddraverij met paard en arreslede gehouden. Men herinnert zich niet, dat zulk een winterfeest in jaren zóo goed slaagde. De heeren T. W., T. A. en S. Anema verwierven de drie prijzen.
Ook te Bolsward heeft zulk een harddraverij plaats gehad, waarbij de heeren Kramer en Goslinga den prijs en de premie wonnen.



In de vorige week heeft de gemeenteraad van Crefeld (Pruisen) een subsidie van 500 000 Reichsmark toegestaan voor den aanleg van het Rijn-Maaskanaal naar het ontwerp van den heer Henket.



Sedert drie weken zijn de scholen te Wassenaar reeds gesloten wegens het heerschen der mazelen. Thans is de epidemie aan ’t afnemen.



Gedurende de maand November zijn in Friesland geen runderen aan de besmettelijke longziekte gestorven, noch te dier zake afgemaakt. In de tien vorige maanden was het gezamenlijk getal daarvan 42. Op last van den Min. van Binnenl. Zaken zijn echter in Nov. 11 runderen te Idaarderadeel als verdacht van longziekte afgemaakt, waardoor het geheele getal van de te dier zake in Friesland afgemaakte runderen sedert 1 Januari dezes jaars bedraagt 803.



Een wethouder uit de gemeente Uden is dood in de sneeuw gevonden.



Een keurige met toepasselijk opschrift voorziene medaille benevens f 25 in geld is door de Maatschappij tot redding van drenkelingen gisteren geschonken aan Adriaan Vogel, sleeper te Middelburg, voor het met levensgevaar redden van een kind, dat reeds in zinkenden toestand verkeerde.



Het bestuur der Rotterdamsche Diergaarde heeft pogingen aangewend om den te Oosterwolde dezer dagen gevangen vreemden vogel voor haar verzameling te verkrijgen. Te vergeefs .... het zeldzame beest was reeds gebraden en opgepeuzeld.



Gisteren barstte boven Amsterdam een onweersbui los, die zeer spoedig was voorbijgedreven, zoodat slechts twee donderslagen werden gehoord.
Het licht vertoonde zich eerst in een roode bal, een zon achter een nevel gelijkende. Deze barstte in verschillende stralen uiteen, waarop onmiddellijk een donderslag volgde. Het onweder ging van een hagelbui vergezeld.



»De Processie-Kwestie” aldus luidt de titel van een open brief aan den Min. van Justitie van M. S. F. W. Marckx, secretaris van het Armbestuur te Maastricht. De inhoud van den brief komt hierop neder, dat de Grondwet alleen bedoeld heeft de bepaling der plaatsen, waar de openbare godsdienstoefening buiten gebouwen en besloten plaatsen is toegelaten, en dat zij aan geen getal heeft gedacht; de Grondwet laat dit over aan de omzichtigheid der kerkelijke overheid. Trekt dus uw circulaire van 28 Maart ll. in, zoo roept de schrijver den Min. toe; zoo zult gij toonen een waar vrijzinnig en constitutioneel Minister te zijn.



Te Rotterdam bij Adr. Koller is een brochure verschenen, getiteld: »Waar moeten wij heen?” een woord over het korps mariniers, door Markus. Het doel van het geschrift is te wijzen op het heden en op de toekomst van het korps mariniers; te doen uitkomen hoe het heden is onzuiver en noodlottig; hoe de toekomst schoon en in het werkelijk belang van het vaderland kan zijn. De schrijver hoopt dat spoedig het tijdstip zal aangebroken zijn, waarop de Regeering de uitbreiding en wijziging van het korps mariniers ter hand neemt. De brochure verdient alleszins de aandacht van deskundigen en belangstellenden.



De »Kölnische Zeitung” bevat een uitvoerig overzicht van de Memorie van Beantwoording van het Voorloopig Verslag over de Kanalenwet. De economische beteekenis van het kanaal door de Geldersche Vallei voor den Rijnhandel en de scheepvaart, zegt zij o. a., valt in het oog. Heden meer dan vroeger hangt het welslagen van alle productieve werkzaamheid af van de verstandige besparing van tijd en ruimte. Alwat de voedende kracht van den Rijn kan versterken en verjongen verdient de levendige opmerkzaamheid en sympathie van de Rijnlanders. De plannen van de Nederlandsche Regeering zijn daartoe bijzonder geschikt. Ze zijn het uitvloeisel van een onbevooroordeeld en dieper begrip der bestaande verhoudingen en worden even duidelijk als helder uitgesproken. Wij Duitschers, zegt zij, kunnen slechts wenschen, dat aan onze vlijtige naburen een lange reeks van gelukkige jaren van rust en vrede zal worden gegeven om aan de grootsche werken, welke zij onder de moeilijkste omstandigheden in den strijd met de elementen tot stand gebracht hebben, nieuwe grootsche scheppingen toe te voegen.
Ten slotte spreekt zij nog over een andere verbinding van den Rijn met Amsterdam, die van Duitsche zijde is voorgesteld. Het plan daarvan is uitvoerig ontwikkeld in een lezenswaardige brochure van den verdienstelijken waterbouwkundige, den inspecteur J. Schlichting te Wezel. Daar echter in dit geschrift niet voorkomt een berekening van de kosten voor de vaart van en naar het uitgangspunt van dit kanaal bij Rees, en evenmin de vermoedelijke duur wordt opgegeven van een reis van en naar Amsterdam op dit geprojecteerde kanaal, zoo ontbreekt ons hier het tertium comparationis, het punt van vergelijking, en wij moeten ons er dus toe bepalen om te wijzen op het onmiskenbare belang, dat het geprojecteerde kanaal zou hebben voor de verbeterde afwatering van het uitgestrekte dal tusschen Rijn en IJsel.



Uit de Kaapstad bericht men van den 3n Dec. jl., dat Cetchwayo nog niet geantwoord heeft op het ultimatum van sir Bartle Frere. De Britsche troepen worden intusschen steeds versterkt, en mocht de Zuluvorst een onbevredigend antwoord zenden, dan zal zeker bloediger strijd dan ooit te voren gevoerd worden tusschen blanken en kleurlingen in Zuid-Afrika. Het Kafferhoofd Gasibone, wiens grondgebied ligt tusschen de Diamantvelden en de Transvaal, is met zijn beide zonen gevangengenomen. Dezen zullen terechtstaan over den moord, gepleegd op mr. Francis Thompson te Kuraimann.
De nieuwe verkiezingen voor den Wetgevenden raad in de Kaapkolonie zijn gunstig voor de Regeering uitgevallen.



In het »klachtenboek” der Maatschappij »Zeeland” te Vlissingen werd door den markies van Hertford namens HH. KK. HH. den prins van Wales, prins Leopold en prins Christiaan van Sleeswijk-Holstein het volgende geschreven na de reis, dezer dagen door genoemde vorsten met een der booten van die onderneming gemaakt: »Their Royal Highnesses were quite satisfied with all the arrangements made for their comfort on board.”
Een dergelijke verklaring van zulk een zijde is ongetwijfeld zeer eervol voor deze jeugdige nationale onderneming en zal zeker er toe leiden om haar reeds gevestigde reputatie nog te doen winnen.


KUNST- EN LETTERNIEUWS.



DE FRANSCHE OPERA.

Vóór Kerstmis moesten de geabonneerden nog uitspraak doen over een debutant, den heer Cot, second ténor-léger, wiens tweede debuut in »Si j’étais Roi” nu bijna een maand geleden een gemengden indruk had achtergelaten. Die indruk is na gisterenavond niet gewijzigd; de stem van den heer Cot is niet van de aangenaamste, zijn actie eer levendig dan goed te noemen, maar het is te laat om nu nog de proef met den 4n second ténor-léger te wagen (Cot is, zooals men zich herinnert, de 3e die in dit emplooi dit jaar optrad), en daarom gaven we reeds na »Si j’étais Roi” in bedenking hem toe te laten. Dit is gisterenavond geschied. Tonio vond genade inde oogen der geabonneerden; den doorslag gaf voorzeker de romance in de 2e acte van »La Fille du Régiment”. »Pour me rapprocher de Marie”, die dan ook veel beter werd gezongen dan al het voorafgaande. De overige vertooners kweten zich wederom zeer loffelijk in Donizetti’s bevallige opera en mme. Desgoria vooral mocht zich in warme toejuichingen verheugen; na de zangles ontving zij een fraaien bouquet. Mlle. Blanche Miroir, die met bloemen bij haar eerste optreden was ontvangen, ging niet met leege handen heen; ook haar werd in de eerste acte van »Le Petit Duc” een bouquet aangeboden: mlle. Miroir laat hier aangename herinneringen achter; moge zij ons niet vergeten, wanneer zij eenmaal als een ster van de eerste grootte zal schitteren aan den hemel van de »diva’s” der opérette!


ONDERWIJS.

Hooger Onderwijs.

Benoemd: tot leeraren aan het gymnasium en de H. B. S. te Deventer, op jaarwedden van f 2000, in de Nederlandsche taal- en letterkunde J. Ochtman, van Helmond, in de geschiedenis G. J. Landweer, van Harlingen, en in de aardrijkskunde D. A. A. De Neijn van Hoogwerf, van IJselstein.

Op voorstel van hh. curatoren van het gymnasium te Zwolle is de jaarwedde van den leeraar in aardrijkskunde en geschiedenis verhoogd van f 2000 tot op f 2400, omdat er geen sollicitanten voor die betrekking zijn opgekomen, die ter benoeming konden worden voorgedragen.

Lager Onderwijs.

Het getal der openbare avondscholen voor voortgezet kosteloos lager onderwijs te Zwolle zal met éen worden vermeerderd.
Benoemd: tot hulponderwijzer te Heerjansdam C. H. Hins van Dordrecht; te Schoore H. Selhorst van Zegwaart; te IJselstein A. J. C. van Es van Utrecht; aan de leerschool, verbonden aan de Rijkskweekschool te Middelburg, C. Timmermans van Groede; tot hulponderwijzeres te Zwolle mej. M. Hazelhorst van Almelo.

J. Jansen van Zaandam heeft de Chr bijzondere school van Van Helten te Rotterdam overgenomen.

Van de 26 jongens en 5 meisjes, die wenschen gebruik te maken van de normaallessen te Middelburg, zijn 18 jongens en 4 meisjes toegelaten. Aan het examen voor de Rijksbeurs ad f 300 werd door 10 aspiranten deelgenomen.


KERKNIEUWS.

Hervormde Kerk.

Beroepen te Callantsoog J. Van Giffen cand., te Bahr en Lathum G. W. A. De Veer, em. pred. van Hagestein, te Urmond L. L. Wijchgram van Vaals, te Bunschoten A. Van Griethuijsen van Oversehie, te Oosterland J. Peters van ’t eiland Marken, te Hei- en Boekoop A. Couvée van Zeist.

Bedankt voor Brakel door J. Kok van Wijk, voor Ossendrecht door A. Wunder, cand., voor Surhuisterveen door Reddingius van Eext, voor Monnickendam door A. Verkouw van Harlingen, voor Katwijk a/Zee door B. A. De Jong van Krimpen a/d. Lek, voor Losser door P. Sinnighe Damsté van Wierden.


VEREENIGINGEN.

Toen Jean Paul den humor trachtte te karakteriseeren als »het verhevene met de beenen in de lucht”, heeft hij zonder twijfel maar een enkelen vorm geteekend van de vele, waarin zich de humor kan vertoonen. Wij zouden althans niet gaarne die woorden willen gebruiken om het genre aan te duiden van Haverschmidt, wien wel niemand den naam van humorist zal ontzeggen. Hoe toch zou die tooverkracht van hem kunnen uitgaan, die menschen van alle ontwikkeling, leeftijd en stand boeit aan zijn lippen, gelijk gisteren het geval was met het in zoo buitengewonen getale opgekomen publiek op »Oefening,” indien hij zijn gedachten kleedde in vormen, die op den eersten aanblik geen anderen indruk dan dien van het groteske kunnen maken en eerst bij diepe studie een diepe beteekenis erlangen? Aan iets dergelijks toch doet bovengemelde meer grillige dan fijne zinsnede denken.
Doch Haverschmidts talent is te wel bekend en te geliefd, dan dat wij angstvallig naar een formule zouden zoeken om het uitte drukken. Wij zijn het zeker allen met den ouden heer Swart eens, die in de eerste vertelling, welke de redenaar ons gisterenavond voordroeg, aldus mijmerde: »Wat zijn de menschen toch rare wezens; het eene oogenblik lachen zij en dadelijk daarop beginnen zij te schreien.” En deze woorden geven ons terstond den sleutel tot Haverschmidts populariteit. Wekken zijn vertellingen het eene oogenblik een gullen lach, dadelijk daarna doen zij een traan wegpinken. Het is daarin als in het leven en daarom zijn zij voor een ieder zoo verstaanbaar en zoo aangrijpend.
Maar het naast elkander plaatsen van weemoed en vroolijkheid, van tranen en scherts maakt nog den humor niet. Eerst waar de twee contrasten in elkander vloeien, weerkaatst als zij worden in een dichterziel, en dientengevolge geheel verschillende aandoeningen bij den hoorder in elkander doen overgaan, ontdekken wij die geheel bijzondere gave. Zocht Jean Paul dit doel te bereiken door te sollen met het verhevene en dit op zijn kop te zetten, Haverschmidt streeft er naar door aan het grappige een weemoedigen achtergrond te geven en door het droevige in zulk een licht te stellen, dat er naast het medelijden ook voor een glimlach plaats is.
Zoo was het in de eerste vertelling, die een Kerstavond van den ouden onderwijzer Swart beschreef, zoo in de tweede, waarin een herinnering uit de jeugd, een eerste bezoek aan de komedie, werd geschilderd. De Kerstavond deed ons getuigen zijn van de overpeinzingen van den eenzamen ouden man, die door zorgen bekneld, met een grommige zuster naast zich en zijn geliefdkind ver onder vreemden, bij de herinnering aan vroeger gelukkiger dagen maar volstrekt niet in kon stemmen met het »Vrede op aarde, in menschen een welbehagen”, maar die toch ten slotte tot de overtuiging kwam, dat het leven nog wel schoone oogenblikken heeft, toen hij, bijna er toe overgaande het leven maar vaarwel te zeggen, het geluk mocht smaken een mensch van den dood te redden, en toen hij ’s avonds na die daad onverwachts zijn dochter komen zag, die het Kerstfeest thuis kwam vieren, daartoe in staat gesteld door heimelijk overgezonden geld van tante, die onder haar onaangenaam uiterlijk toch een goed hart toonde te verbergen.
Het bezoek in de komedie, zoo naïef mogelijk verteld, was een kostelijke satire op zoovele tooneelstukken, die langzamerhand tot het verleden gaan behooren, waarin volleerde schurken voorkomen, die allerijselijkst met hun oogen rollen; waarin alle personen geheimen kennen, die niet gauw verklapt mogen worden, omdat dan het stuk uit zou zijn; waarin de verraders sterven op zoo akelige manier, dat zij nog in stuiptrekkingen liggen, als het gordijn al gevallen is. Dat een en ander overvloeide van verrassende wendingen en van die zoo eenvoudige opmerkingen, die toch zoo diepen inhoud hebben, behoeft wel niet verzekerd.
Na de pauze reciteerde de heer Haverschmidt eenige van de gedichten van »zijn besten vriend Piet Paaltjens”, die eerst in zijn mond tot hun volle recht komen. Van een paar daarvan werd tevens de Latijnsche vertaling gegeven. Een waardig slot was de voordracht der »drie studentjes”, die parel uit dat kleine bundeltje, dat geheel eenig is in zijn soort.

STATEN-GENERAAL.

EERSTE KAMER.

Zitting van Dinsdag, 24 December ’78.

De Voorzitter opent te 11¼ uren de vergadering.
Zonder beraadslaging worden met algemeene stemmen aangenomen de wetsontwerpen tot:

1. Vaststelling van Hoofdstuk I (Huis des Konings) der Staatsbegrooting voor 1879.
2. Idem van Hoofdstuk VII A (Nationale Schuld).
3. Idem van de wet op de Middelen voor 1879.
4. Wijziging der Domeinbegrooting van 1877.
5. Bekrachtiging van provinciale belastingen in Friesland.
6. Idem van Limburg.
7. Wijziging der Ind. begrooting voor 1877 (Hoofdstuk I, Uitg. in Nederland).
De vergadering is hierop gescheiden tot 9 Januari, des avonds te 8 uren.




Van alle ziekten, die dagelijks de sterflijst vermeerderen, is de longtering zeker de meest wanhopende voor de huisgezinnen.
Tot heden heeft de wetenschap nog geen zeker middel tot herstel kunnen vinden en moest zij haar taak beperken om het lijden der teringzieken te verlichten en ’t leven met de grootste zorg eenigen tijd te verlengen. ’t Is een ieder bekend, dat men den borstlijders aanraadt, een warmer klimaat op te zoeken, om er den winter door te brengen, zoo mogelijk in de nabijheid van dennenbosschen, waarvan de uitwaseming een weldadigen invloed op de longen uitoefent.
Ongelukkig kunnen vele zieken zich niet verplaatsen, en ’t is voornamelijk tot dezulken dat wij onze woorden richten.
De ondervinding heeft eerst te Brussel en later bijna overal geleerd, dat de teer, die een harstachtig product is van de dennen, een zeer merkwaardigen en gelukkigen invloed heeft op de zieken, die aan tering of bronchitis lijden. Dit is reeds genoeg om de aandacht der zieken op dit geneesmiddel te vestigen.
Men moet er dus vooral op letten, dat men in het begin der ziekte dit geneesmiddel aanwendt.
De geringste verkoudheid kan in een bronchitis ontaarden. ’t Is derhalve natuurlijk, dat men, om het meeste voordeel van dit geneesmiddel te hebben, zich er van bediene, zoodra men aanvangt te hoesten.
Deze aanbeveling is daarom zoo nuttig, omdat vele borstlijders geheel onbewust zijn van hun krankheid en slechts meenen, dat ze een zware verkoudheid of lichte bronchitis hebben, als de beginselen der tering reeds werkelijk aanwezig zijn.
De teer wordt gebruikt in den vorm van teerwater.
Vroeger deed men wat teer in een karaf en vulde die met water, die men tweemaal per dag schudde, gedurende een week, voordat men het gebruikte.
Men verkreeg dan een weinig werkende oplossing, waarvan de uitwerksels zeer verschillend waren en van een zeer scherpen en onaangenamen smaak. Tegenwoordig vindt men bij de beste apothekers, onder den naam van Goudron de Guyot, een zeer geconcentreerde teerlikeur, die u in staat stelt om onmiddellijk op een gegeven oogenblik een zeer helder en aromatiek teerwater te bereiden van niet onaangenamen smaak.
Men doet éen of twee theelepeltjes van genoemde teerlikeur in een glas water, en men verkrijgt terstond een teerwater, meer of minder met de aromatieke bestanddeelen der teer bezwangerd en van zoo geringen prijs, dat een flacon van twee francs voldoende is om tien à twaalf liters teerwater te bereiden.
Om deze bereiding juist te bewerkstelligen, heeft men slechts de wijze van bereiding in te zien, die bij elke flacon gevoegd is.
Het is met de genoemde teerlikeur (Goudron de Guyot) dat men met den besten uitslag proeven genomen heeft in zeven hospitalen en gasthuizen te Parijs, alsook te Brussel, Weenen en Lissabon.
De heer Guyot heeft tevens kleine capsules ter grootte van een gewone pil vervaardigd, die onder een enveloppe van gelatine zuivere Noorweegsche teer bevatten.
Deze vorm is bijzonder aan te bevelen voor hen, die een afkeer van teerwater hebben of veel op reis moeten zijn.
Twee of drie teercapsules, genomen op ’t oogenblik dat men gaat eten, vervangen gemakkelijk de teerlikeur. Iedere flacon van twee francs vijftig centimes bevat zestig capsules. Dit is voldoende om te bewijzen, hoe goedkoop het gebruik is der capsules van Goudron de Guyot: Vijf tot zeven en een halve cents daags. Wanneer een verkoudheid verouderd is of wanneer men het effect wil bespoedigen, kan men de teercapsnles gelijktijdig gebruiken met de teerlikeur, die men dan bij ’t eten en ’t naar bed gaan inneemt. Deze dubbele aanwending ontstaat van het gebruik van afkooksels, pâtes en siropen, en dikwijls reeds gevoelt men na ’t eerste gebruik de gezegende werking.
De teercapsules van Guyot zijn verkrijgbaar in de meeste apotheken.



Weerkundige waarnemingen.

23 Dec.


Stations. Baro­meter. Therm. Celsius. Wind en Weder.
Aberdeen 754,1 + 0,0 N., zwak, sneeuw.
Kopenhagen 746,3 — 2,5 W., licht, nevel.
Stockholm 744,1 — 2,7 Stil, bedekt.
Haparanda 750.0 — 13,4 Stil, bewolkt.
Petersburg 754,3 — 7,7 Z., stil, bewolkt.
Moskou 756,6 — 10,6 N., stil, bedekt.
Cork 762,7 — 1,1 NNW., licht, helder.
Brest 760,5 + 4,0 ONO., zwak, bedekt.
Helder 753,8 + 1,5 WZW., zwak, bewolkt.
Sylt 749,4 + 0,5 WNW., matig, bew.
Hamburg 751,9 — 1,5 WZW., matig, bew.
Swinemunde 750,0 — 1,0 W., licht, helder.
Neufahrwasser 751,1 — 0,8 Z., zwak, bedekt.
Memel 750,6 — 2,7 Z., frisch, bedekt.
Parijs 760,8 + 0,0 ZW., zwak, bedekt.
Crefeld 756,6 — 1,0 WZW., matig, bedekt.
Karlsruhe 760,1 — 1,7 WZW., frisch, sneeuw.
Wiesbaden 758,3 — 1,5 ZW., licht, bedekt.
Kassel 756,6 — 3,0 ZZO., licht, ged. bed.
München 759,7 — 7,1 ZW., matig, bedekt.
Leipzig 755,8 — 0,8 W., zwak, bedekt.
Berlijn 752,9 — 1,3 ZZW., matig, onbew.
Weenen 762,6 — 8,6 Stil, onbewolkt.
Breslau 755,5 — 0,5 ZW., stevig, bedekt.

Het barometer-minimum heeft zich tot het Zuiden van Zweden uitgestrekt; in de Oostelijke Oostzee heeft men Zuidelijke, deels sterke windvlagen met minder strenge vorst; in de Golf van Helgoland en ’t Kanaal verflauwende Noordwestelijke winden met dalende temperatuur. Overigens is de windgesteldheid vrij onveranderd gebleven en duurt ’t onbestendige weder voort. Van Borkum tot Hamburg heeft men ’s avonds onweer en weerlicht en in verschillende deelen van Europa sneeuw. In Oostenrijk-Hongarije en de Zuidelijke grenzen van Duitschland is het weder droog met toenemende vorst.



Programma der Muziekuitvoeringen.

KON. ZOÖLOGISCH BOTANISCHE TUIN.

Donderdag, 26 Dec., des namiddags te 2¼ uren, Matinée Musicale.
No. 1. Ins Feld, Marsch, H. Weiss. 2. Ouverture: Giralda, Adam. 3, Mélange de La Fille du Régiment, opéra de Donizetti. 4. Rudolphsklänge, Walzer, E. Strauss. 5. L’Adieu, Nocturne, F. Favarger. 6. Fantaisie sur des motifs de Lucretia Borgia, Joh. M. Coenen. 7. Quadrille de l’opéra de Lecocq: Le Petit Duc, Marx.



Huwelijken, Geboorten en Sterfgevallen.

BURGERLIJKE STAND VAN ’S GRAVENHAGE.
24 December.

Bevallen: C. Van der Meer, geb. Hoek, d. — G. E.