Pagina:Het Vaderland vol 041 no 096 Avondblad.pdf/5

Deze pagina is niet proefgelezen

BUITENLAND DE BALKAN EEN NIEUWE HOOFDSTAD VOOR SERVIE.

Zooals bekend ia, heeft de Servische Minister van Oorlog Woensdag jl. een order uitgevaardigd, waarbij de reservisten naar huis worden gezonden. Op hetzelfde oogenblik dat deze order, die de ontwapening beteekent, het Ministerieels bureau verliet, deden de leden der Skoeptsjina den eersten stap om het land beter weerbaar te maken dan tot dusver het geval was. Ze teekenden namelijk allen een verzoekschrift aan de Regeering waarbij deze verzocht werd, om den zetel der Regeering te verplaatsen van Belgrado naar Nisch. De reden tot dit verzoek is duidelijk. Belgrado ligt aan het Noordelijk uiteinde »an het Koninkrijk, slechts door den Donau of liever door den Sau van het Ooslenrijksche gebied gescheiden. Nu biefit de rivier, zoolang Oostenrijk over een flotiUe van monitors en over het noodige materiaal voor bruggenbouw beschikt, absoluut geen dekking tegen een Oostenrij kschen aanval. Nu is Belgrado, als een centrum van verkeer, natuurlijk ook wel in militair opzicht Tan beteekenis, doch niet in die mate, dat ©en deze plaats zelfs onder de ongunstigste omstandigheden zou moeten verdedigen. Een bezetting van Belgrado, door den Tijand zou dezen alleen het voordeel geven, dat hij voortaan de rivier ongehinderd kon gebruiken als basis van operatie en tot Iroepenaanvoer. Maar het zwaartepunt der Servische landsverdediging zx>u ln de verste Terts niet zijn getroffen. Elke poging om BelgTado ernstig te verdedigen zou trouwens schipbreuk lijden op den totaal onvoldoenden toestand van de Testlngwerken. Deze vestingwerken, van 1718 tot 1739 onder de Oostenrijksche heerschappij aan de haven aangelegd, bestaan uit de geheel Tervallen zg. „watervesting” en uit de slecht onderhouden „bovenvesting”, die echter tegen ©nverhoedsch© aanvallen beveiligd ia Laatstgenoemde vesting ligt op een plateau, dat ongeveer 50 meter boven den waterspiegel ligt en steil inde rivier afloopt. Deze ligging verzekert een uitstekend overzicht over het terrein inden omtrek en een Uitstekende uitwerking van het geschut op de rivier en den Oostenrijkschen oever, zoovel als op de spoorweglijn Belgrado—Semlin. De vestingwerken beantwoorden echter ln Sfeen enkel opzicht aan de elschen van den modernen tijd. Een bepantsering, zooals deze bij alle Testingen inden nieuweren tijd worden aangelegd, ontbreekt geheel; de kanonnen staan 1° open batterijen. De vestingwerken zijn over het algemeen nog in denzelfden toestand als zij zich be-Tonden inden tijd der veroveringstochten Tan Prins Eugenlus. Zij zouden een beschieting met modern geschut niet kunnen doorstaan, en hebben, om zoo te zeggen, bijna alleen historische waarde. Bovendien kan een Oostenrijksch leger gemakkelijk ten Zuid-Oosten van Semlin batterijen oprichten, en daarmede Belgrado in Puin schieten, zonder dat ook maar een ®ukel kanon op Servischen bodem behoeft te komen. In 1717 werden ten Z.-O. van Semlin door Drins Eugenlus batterijen opgesteld, waarmede hij zijn overtocht over den Donau geschutvuur kon steunen. Ook vanuit de rivier kunnen zoowel de Vestingwerken als de stad Belgrado door ®®t geschut vaneen rivier-flotille worden gebombardeerd.

Bij de draagwijdte en de krachtige uitwerking van het moderne geschut, is een verdediging van Belgrado dus thans absoluut onmogelijk. Dientengevolge zou in geval van oorlog de stad een paar uur na het uitbreken der vijandelijkheden moeten worden ontruimd. Zoolang Belgrado echter de zetel der Regeering is zal een plotselinge overval en bezetting door den vijand een zeer nadeeligen invloed hebben op het moreel van het Servische leger en het Servische volk, terwijl bovendien do kans zeer groot is, dat, mèt de stad, een overmatig deel van den volksrijkdom verloren gaat. Ook kan de plotselinge stagnatie in het bestuurs-organisme die bij een overhaaste ontruiming moeilijk te vermijden zal zijn, van groot nadeel worden voor de militaire operaties. Daarom is Nisch veel beter dan Belgrado geschikt voor hoofdstad des lands en zetel der Regeering. Wel is waar is ook deze stad zeer gemakkelijk toegankelijk voor een vijandelijk leger. Maar zij ligt 170 kilometer d. w. z. zeven dagmarschen van den Donau verwijderd, en zij is naar den Bulgaarschen kant door een aantal sterke forten beschermd. Bovendien is deze stad, het snijpunt van drie spoorwegen, waarom zij uit strategisch oogpunt van bijzondere waarde is. Wel is waar bezit Nisch slechts aan twee zijden de Zuidkant en de Oostkant moderne verdedigingswerken; doch met weinig moeite en kosten kan de stad zoodanig worden versterkt, dat zij met goed gevolg te verdedigen Is. PERZIË DE TOESTAND.

De toestand in Perzië blijft nog altijd een raadsel voor de toeschouwers in Europa, vooral ook door de wonderbaarlijke omstandigheid, dat een Regeering als de Russische ook volgens de allerlaatste berichten haar best zou doen om den Sjah over te halen tot het verleenen vaneen constitutie! Daarom moet iedere mededeeling van eenigszins bevoegde zijde, over hetgeen thans ♦n Perzië omgaat, ons welkom zijn, als een middel om hier misschien achter de waarheid te komen. Daarom willen wij hier weergeven, wat een ongenoemde Perzische diplomaat aan den Petersburgschen correspondent vaneen voornaam buitenlandse]! blad daaromtrent mededeelde: Perzië, zoo vertelde hij ongeveer, ondervindt op het oogenblik den weerslag van de gebeurtenissen op politiek en economisch gebied, die zich inde laatste jaren in Rusland hebben voorgedaan. Perzië bevindt zich ln denzelfden toestand als Rusland. Er zijn hervormingen noodig; en de verwezenlijking er van gaat helaas te langzaam. In Perzië is een zekere nationale vertegenwoordiging noodig, evengoed als in Rusland. Wat de plattelandsbevolking betreft, deze is In Perzië zeer rustig en vredelievend gezind en zij Is niet door de revolutionnairen bewerkt, gelijk dit met de Russische boeren en arbeiders het geval Is geweest. De Perzische boeren zijn ook veel ontwikkelder dan deze laatsten, omdat de Koran voorschrijft, dat leder goed Muzelman moet kunnen lezen en schrijven. Tot dusver heeft de plattelandsbevolking in Perzië nog niet aan de revolutionnaire actie deelgenomen. Als de maatschappelijke klassen, waaruit de revolutionnaire in hoofdzaak worden gerecruteerd noemde de diplomaat voornamelijk gewezen staatsambtenaren, wier positie door de reeds doorgevoerde hervormingen (?) niet is verbeterd, kooplieden, grondeigenaars en officieren. Ook de geestelijkheid schijnt in haar meerderheid voor do instelling van een volksvertegenwoordiging. De Sjah Is wel geneigd om een zeer beperkte constitutie te geven, ongeveer inden trant van die, welke thans in Rusland bestaat. Maar eerst wil hii, dat de revolutie onderdrukt en de leiders onschadelijk gemaakt worden. Als een van de meest urgente hervormingen noemde do diplomaat, de reorganisatie van alle Ministeries. En men moest beginnen met het Ministerie van Financiën, dat nog altijd in denzelfden toestand verkeert als een eeuw geleden. De belastingen worden nog altijd op zeer onregelmatige wijze geïnd. Perzië heeft een schuld van 200 millioen. Maar het klimaat is er zoo gunstig, de bodem is er zóó rijk en zoo vruchtbaar, dat het zeer gemakkelijk zou zijn, om heel de nationale schuld te delgen, alleen reeds dooreen hervorming in do wijze, waarop do belastingen worden ingevorderd. Reeds is een Europeesch financier, de heer Bizot, bezig den financieelen toestand te bestudeeren. En hij wordt daarin bijgestaan dooreen aantal jeugdige Perzen, die daartoe hun opleiding aan Europeesche Universiteiten hebben ontvangen. Wat het kapitaal betreft, dat noodig zou zijn voor de meest dringende financieele hervormingen, dit Is niet zoo gemakkelijk op te geven; maar vermoedelijk zal de benoodigde som niet zoo hoog behoeven te zijn. Over den Russischen kolonel Liakhoff die, gelijk men weet, aan het hoofd staat der kozakken van den Sjah, liet de Perzische diplomaat zich zeer gunstig nit. Wel hebben eenige Engelsche bladen getracht hem te doen doorgaan voor iemand, die een politieke rol wil spelen. Maar deze voorstelling is onjuist. Liakhoff is een dapper soldaat, die slechts de bevelen van zijn superieuren uitvoert. Ook het leger roept om hervormingen. Inde regimenten, die inde laatste jaren naar Europeesch model zijn samengesteld, is geen eenheid en geen discipline. De Perzen zijn in het algemeen meer kooplieden, dan soldaten. Mlaar zij hebben een teer ontwikkeld nationaliteitsgevoel, en er zijn stammen, zooals bijvoorbeeld die der Baktiaren, die bekend staan om hun dapperheid en hun moed. Het vraagstuk der legerhervorming behoort ook tot die, welke op het oogenblik het dringendst om oplossing vragen. Want daarvan hangt de verjonging van heel Perzië af. Er moet een goed georganiseerd en gedisciplineerd Perzisch leger zijn, om zoowel de wetten als den vaderlandschen grond te verdedigen. Ten slotte sprak da diplomaat ais zijn meening uit, dat de huidige revolutie niet van langen duur zon zijn. Volgens de inlichtingen welke hij nit particulieren bron uit Teheran had ontvangen, was de toestand lang niet zoo ernstig als deze inde Europeesche pers werd afgeschilderd. En do rust zou het spoedigst en het best worden hersteld door het nemen van twee maatregelen: de benoeming vaneen commissie die zoo spoedig mogelljk de bijeenkomst vaneen volksvertegenwoordiging zou moeten voorbereiden en de benoeming van een andere commissie die belast werd met het uitwerken van de meest dringende administratieve hervormingen. Uit het bovenstaande is misschien alleen dit te onthouden, dat de huidige „revolutie” in Perzië eigenlijk niet veel om het lijf heeft en dat het niet de groote massa des volks is, waarvan deze revolutie uitgaat. Houdt men dit in het oog, dan kan het geen verwondering baren, dat het doel waarnaar dóór de Perzische revolutionnairen wordt gestreefd, een constitutie en een volksvertegenwoordiging is, zooals deze op het oogenblik bestaan ln Rusland! BINNENLAND TWEEDE-KAMERVERKIEZINGEN

. BEVERWIJK. —De Vrijz. Centr. Kiesvereeniging heeft de volgende groslijst opgemaakt van candidaten voor de Tweede Kamer: mr. L. N. Roodenburg, mr. dr. Ter Spill, mr. Rink, mr. Belinfante en de heer Schochting Kool.

ROTTERDAM 11. Volgens den Rotterdamschen correspondent van „Het Volk” zal mr. P. J. Troelstra candidaat worden gesteld. DORDRECHT, Naar De Tel. verneemt, is door de antirev, kiesvereeniging „Nederland en Oranje” te Dordrecht de candidatuur aan dr. A. Kuyper aangeboden. Naar aanleiding hiervan hebben verschillende leden der kiesvereeniging hun vrees geuit, dat zich bij de verkiezing van dr. Kuyper meer dan bij eenig ander candidaat ongeweuschte kerkistische invloeden zouden doen gelden. Daarom wil men dr. Kuyper trachten te bewegen voor deze candidatuur te bedanken en doet men pogingen om het Statenlid Z. Van Schelt, die zich reeds, naar men zegt, onder pressie der kiesvereeniging, heeft teruggetrokken, alsnog over te halen, zich een candidatuur voor dit district te laten welgevallen. DE S. D. P.

Het volgende congres van de S. D. P. zal te Amsterdam op Hemelvaartsdag gehouden worden. Het Hbld. verneemt voorts, dat op het a.s. Paaschcongres van de S. D. A. P. het oude strijdpunt de Tribunequaestie Weer aan de orde zal komen bij de bespreking van de leiding van het P. B. In verschillende afdeelingen reeds heeft men de houding van het partijbestuur in zake de bemiddelingspogingen en tegenover de Tribunequaestie scherp gecritiseerd. Men verweet het P. B. zwakheid en slapheid in de leiding. Rede-mr. H. J. C. van Tienen.

meen openbare vergadering van de afdeeling Zaandam der Liberale Unie trad gisterenavond mr. H. J. C. Van Tienen, candioaat der liberaien en vrijEinnig-democraten, als spreker op met het onderwerp : „Het ministerie-Heemskerk en de politieke toestand.” Nadat de voorzitter, de heer G. Van Holk, in zeer waardeerende woorden dank had gebracht aan het altredend lid den heer K. De Boer Czn., voor hetgeen hij gedurende zijn 18-jarig lidmaatschap van de Kamer voor de Zaanstreek heelt gedaan, waarbij ook mr. Van Tienen zich aansloot, ving deze, naar wij in het Hbld. leizen, zijn rede aan met een beeld te geven van den huldigen politieken toestand, dien hij niet beter meende te kunnen kenschetsen, dan door te zeggen dat wij ons ineen moeras bewinden, w arin wij zijn geraakt door de verovering van het regeerkasteed door de kerkelijke partijen. Spr. noemt de wijize, waarop dat door middel van de afstemming der oorlogebegrooting is geschied, niet fraai Waarom de kerkdijken dit deden, Is voor gpr. vrij duidelijk. Men wilde voorkomen, dat de voorstellen tot Grondwetsherziening aan de orde zouden komen, omdat men op diit stuk onderling verdeeld is. Spr. verklaart zich voor algemeen kiesrecht en sluit zich ten deze volkomen aan bij het stemtons-program van de Liberale Unie, ook wat aangaat de uitsluitingen, zoowel als betreffende den stemplicht en de evenredige vertegenwoordiging. Ook het vrauwen-kie&recht vindt in mr. v. T. een verdediger. Spr. gaat nu na hetgeen de tegenwoordige regeering heeft gedaan, daarbij overwegende welken invloed dr. Kuyper op het werken van het Kabinet heeft gehad, om daaruit te concludeeren, dat, al zullen we misschien door den onwil der Katholieken bewaard blijven voor een tweede Kuyperkabinet, we toch een herhaling van het Kuyper-regime ziullen krijgen. En hiertegen, meende spr., moeten de vrijzinnigen zich schrap zetten, eerstens in het belang van ons openbaar onderwijs en ten tweede tot handhaving van bet vrijhandelsstolsel. Want niet alleen dat de rechtachen Ijveren voor do bijzondere school, zij leggen het er ook op toe de openbare school ten onder te brengen. Spr. wijst op het afschrikwekkend voorbeeld in dit opzicht in België. Het geldt hier de verdediging van het hoogste goed. Behalve bet negatief resultaat, -waarvoor moet worden gestreden, bepleit spr. als positieven eisch de verzorging van de ouden van dagen, die niet in eigen onderhoud kunnen voorzien. In dit verband doet spr. zich kennen als een voorstander van het Belgische stelsel. Geld zal voor dit doel wel te vinden zijn. Wat in het kleine Denemarken mogelijk is, zal ook hier geen beletsel zijn. Behalve de genoemde punten erkent spr. ook de urgentie van de ziekte- en invaliditedtsverzekering, de verzorging der werkloozen, de wettelijke herziening van den arbeid, de exploitatie van spoorwegen, regeling van d« rechtspositie van de ambtenaren, de administratieve rechtspraak en de regeling der financieel© positie desr gemeenten. Spr. eindigt ten slotte met als de idealen der vrijzinnigen aan te duiden: den eisch dat ieder zich vrij zal kunnen ontwikkelen, zonder dat belemmeringen inden weg worden gelegd, de versterking der sociale positie van hen, die niets andere bezitten dan hun arbeidskracht, en de bevordering der nationale welvaart door ontwikkeling langs natuurlijke banen. Alle debaters roemden de wijze, waarop de heer Van Tienen het onderwerp had behandeld en prezen den vorm van zijn rede. De vergadering, die zeer druk bezocht was, werd nadat mr. Van Tienen de sprekers had beantwoord, door den voorzitter gesloten. Gemengd nieuws

OPLICHTSTER. De Limb. Koerier schrijft: Wellicht herinneren onze kaars zich, dat inde zomermaanden van 1908 verschillende kloosters hier en inde omgeving vaneen dame bezoek kregen die de(n) overste van het huis een droevig verhaal opdisdhte van haar wedervaren, en op die manier geld wist los te krijgen. Op een andere plaats meldde de dame zich aan als lid van het comité tot versiering ven arme kerken, voor welke vereeniging zij thans aan het collecteeren was. Elders zeide zij, de dochter te zijn vaneen kortelings overleden linnenfabnkant. Medelijden met de arme kerken herwoog haar een groote hoeveelheid linnens de zaakwas geliquideerd aan spotprijs van de hand te doen. Op deze en dergeLijke manier wist de sluwe oprichtster geld te bemachtigen of zaken te doen inde kloosters te Heer, Cadier en Keer Sursteren, Oud-Vroenhoven, op de pastorie te Bern eden enz. Te Susteren omhelsde da vrouw de Eerw. Moeder van het gesticht, na zich te hebben voorgesteld als een oudbuurmeisje van de Overste. Deze omhelzing kostte de overste 80 francs. Ijverig zocht de rijkspolitie naar de oplichtster, die haar bezoeken. steeds per rijtuig af legde. Wel bleek uit het onderzoek wie de oplichtster waa, doch zij kon niet worden gearresteerd. Tevens bleek, dat zij ook onze Noordelijk© provinciën met dergelijke kunstgrepen had „bewerkt”. Na verloop van circa fewóe jaren, verscheen het vrouwtje weer plotseling op bet tooneel. Dinsdag jl. bracht zij, per rijtuig weer, ditmaal ln gezelschap van haar vader mi haar minnaar, een bezoek aan de paters te Cadier en Keer. Met 12 verliet zij het klooster, na den overste oen ontzettend, verhaal te hebben opgedischt mn haar toestand. Dat viel niet mee; zij had gehoopt 46 frs. te krijgen; doch 12 is beter dan niets. Fluks in het rijtuig gestegen, en de koetsier kreeg bevel naar Mariënweerd te rijden. Haar gezelschap stapte onderweg uit, en alleen belde zij aan het klooster te Mariënweerd. Da rijkspolitie, die Inmiddels gewaarschuwd waa, toog op onderzoek uit, en hield do vrouw aan in het klooster, toen zij reeds inde wachtkamer de komst der overste verbeidde.

Gedurende haar twee jarenlange afwezig, heid, vertoefde de vrouw inde gevangen!» ren te Parijs en te Luik, om er haar oud)® schulden met de justitie, wegens oplichting uitte boeten. Sinds de vorig© week Woens» dag was zij uit do Laiiksche gevangenis ontslagen. Thans ie de vrouw onschadelijk gemaakt en naar het Etuis van bewaring ovarw gebracht. Zij is in 1876 te Tongeren geboren* heeft haar man en 4 kinderen verlaten, spreekt vijf of zes talen, en is de dochten vaneen marskramer. Ventilatie aan fabriekslokalen.

Inde nieuwe wettelijke bepalingen be» treffende de ventilatie der fabriekslokalen iQ den staat New-York is bepaald, dat de eigsnaar, huurder of pachter eener fabriek in' elk lokaal zoodanige ventilatie-inrichtingeo moet aanbrengen, dat een behoorlijke en vol* doende ventilatie dezer lokalen verzekerd ia. Wanneer daarin hooge temperaturen, dampen of gassen, stol of andere verontreinigingen ontwikkeld worden, welke voor de gezondheid schadelijk zijn, moeten de lokalen op zoodanige wijze geventileerd worden, dat zij voor zoover dit practisch uitvoerbaar Is onschadelijk gemaakt worden. Ingeval dergelijke luchtverversching ontbreekt, moet de Commissioner of labor bevelen, dat ze aangebracht worden. In dergelijk geval moet de eigenaar, huurder of pachter binnen 20 dagen de noodige verbetering aanbrengen- Blijft hij In gebreke, dan betaalt hij voor eiken dag verzuim 10 dollar

boete

(T. v. S. H.) Practisch anarchismel

Naar wij vernemen, werden gisteren door den rechter-eommissaris mr. G. T. J. De Jongh verschillende personen gehoord, die verdacht worden betrokken te zijn inde verspreiding van de brochure „Practisch anarchisme”. O. a. werd aan een verhoor onderworpen de heer G. it., die evenwel niet in staat was, nadere inlichtingen te geven, en de vraag, of hij het met den inhoud van het geschrift eens wps, onbeantwoord liet. Als getuigen kwamen voor een aapjeskoetsier, een geëmployeerde van het Bioscooptheater en nog een loopjongen, die een dergelijk geschrift ontvangen hadden. Geen van allen herkenden echter den persoon L., aan wien de colportage loegeschre* ven wordt In het geheel zijn ongeveer een 5200-tal te Amsterdam verspreid. R. is een bekend anarchist. (Tel.) Sprekend motto. Hette Paramaribo verschijnend Zondagsblad meldt, dat in dank ontvangen is voor de zending der Evang. Broeder Gemeente een gift van N.' N. van 50 gulden en een van 103 gulden met het motto Lu kas 19:8b „Indien ik iemand iets door bedrog ontvreemd Iteb, dat geef ik vierdubbel weder”. Sedert Zaterdag werd de vrouw van den landbouwer Elferdink te Winterswijk vermist. Zondagmiddag togen een aantal buren op onderzoek uit, met het gevolg, dat haar lijk ineen sloot op eenigen afstand van huis gevonden werd. FEUILLETON De dame met de Ridderorde Naar het Amerikaansch VAN FRANCES LITTLE.

12)

Wij spreidden ons souper uit op mijn toilet-doos, zetten onze eenige kaars in het kodden, en het feestmaal begon. De kleine Miss Izy was niet zoo verlegen als ze er Uitzag, en wat ze aan woordenrijkdom te u°rt kwam, maakte ze goed door haar joligheid. We vervielen van de eene lachbui in K® andere, in onze pogingen elkander te Verstaan, en ze was even nieuwsgierig naar Kdjn kleeding, als ik naar de hare. Ze sloeg Kïe gade, terwijl ik me uitkleedde, met ontveinsde pret, het langdurig proces nauwlettend volgende; toen stond ze op, maakte ®en band los, stapte uit haar jurk en pantin, stond even ineen wit stel van precies hetzelfde maaksel als haar bovenkleeren, toen dartel haar popperige muiltjes uit en liet zich in bed rollen. Ik weet niet t het algemeen in China zoo toegaat, maar u elk geval zal het de kleine Miss Izy nooit Suan als de oude dame, die zelfmoord pleegh®, omdat ze zoo moede was van het dicht®n openknoopen. Den volgenden morgen waren we in Soochow, ten minste vóór den stadsmuur. Men *eSt, dat de muur meer dan tweeduizend lu-ur oud is; dat ziet men hem ook wèl ®ani en de holten bovenop, die als schietgaten voor de kanonnen zijn opengelaten, maken dat hij er uitziet als iemand, die een groot deel van zijn tanden verloren heeft. Alles is hier zóó oud, lieve, dat ik zelf een gevoel' Ikriig van pas-geboren te zijn. Ik heb bijna fcnijn beenen er af geloopen, In mijn ijver mei «waardigheden te bezichtigen, groote pagoden, kleine pagoden, Marna-Boeddha’s en Papa-Boeddha’s, en baby-Boeddha’s, die er allen precies zóó uitzien als hun neefjes en nichtjes in Japan. Soochow is niet meer dan een verzameling nauwe stegen, waarboven de toppen der huizen elkaar ontmoeten, en door welke de menschen bij millioenen dooreenkrioelen, straatventers, die hun waren uitgalmen, handelaars die zich opdringen, schreeuwende kinderen, bedelaars die hun misvormde ledematen tentoonspreiden, en door alles heen koelie’s met draagstoelen, die de menigte vóór hen uiteendrijven. In vele tempels hangen de priesters windklokken op, om de booze geesten te verschrikken. Ik geloof, dat het overbodige voorzorg is, want het zou een zwakzinnige geest moeten zijn, die ooit naar China zou willen terugkeeren als hij er ééns goed en wel vandaan was. H i r o s h 1 ma, October 1908. Weer in ’t gareel, en blij daarover. Ik heb de derde bewaarschool geopend met het geld van thuis; het is maar een kleine, in ’t geheel achttien kinderen, en er hadden zich vijf-en-zeventig aangemeld, maar het is een begin. Je moest eens zien, hoe de moeders komen bidden en smeeken voor hun kleintjes, om toegelaten te worden, en hoe de kleuters huilen en dreinen als ze naar huis moeten. Ik heb vandaag een gevoel alsof ik haast tot stelen zou willen overgaan om geld genoeg voor dit werk te krijgen! Mijn opleidingsklas is zoo interessant als ’t maar kan. Toen de meisjes twee jaar geleden bij mij kwamen, hadden ze nog maar de eerste beginselen -geihad. Met een paar uitzonderingen, heb ik ze alles gegeven walt zelf op school leerde, en nog Engelsch bovendien. Ze zijn heel leergierig, en wat denk je dat nu haar voornaamste levensdoel is? Stade eren, totdat ze net zooveel van schaamte O, lieve, ik zou mijn hoofd wel van schaamte willen wegstoppen, als ik denk aan al de verzuimde gelegenheden. Je weet maar al te goed, wat een armzalig kriemeltje kennis ik bezit, maar wat je niet weet is, hoe ik heb zitten tobben en zwoegen en mijn kaars opbranden, tot na middernacht, om die stukjes en brokjes in iets bruikbaars voor mijn meisjes om te zetten. Als ze zulke vorderingen hebben gemaakt onder een oppervlakkige ijdelheid als ik, hoe ver zouden ze het dan niet hebben gebracht onder een vrouw met hersenen? Ik wilde, dat je hier eens even om een hoek kon kijken, zooals ik hier zit in mijn eigen huishoudentje. Het vertrek is licht en gezellig, en ik heb op ’t oogenblik juist een kamergenoot Het is een klein, ziek meisje uit de opleidingsklas, waarvoor ik zorg sinds ik terug ben. Ze is vaneen doodarme familie, ergens inde provincie; haar moeder is dood, en ze heeft een heel treurig thuis. Als we er over spreken haar naar huis te zenden, schreit ze hartbrekend, en smeekt me dat ik haar zal helpen om beter te worden, opdat ze haar studie kan voortzetten. Het is natuurlijk een heele zorg voor me, maar ik sta wat vroeger op en ga wat later naar bed; en zoo kom ik toch met alles klaar. We zien met aangroeiende spanning naar de ooriogswolken, die boven dit waterverf-1 and je hangen. De ongelikte Russische beer houdt niet op met sarren en tarten, en de Japanners zullen het niet lang meer verdragen. Ze doen op ’t oogenblik niet anders dan drillen en exerceeren en marcheeren. Van Kuri, het maritieme station, hooren we het gebulder der kanonnen, waarmee voortdurend wordt geoefend. Op de exercitie-terreinen, inde kazernes, langs de wegen, overal worden toebereidselen gemaakt. Hooggeplaatste officieren van do Keizerlijke garde inspecteeren de troepen. Menschen, die het weten kunnen, zeggen, dat er een uitbarsting op til is. Als je dus hoort, dat ik ineen roode-kruis uniform aan het front gezien ben, behoef je niet verwonderd te zijn. Hiroshima, November 1903. Mijn lieve, beste! Ik ben vanavond juist moe genoeg om mijn handen te vouwen, mijn beenen uitte strekken en te zeggen: genoeg. Als overstelpende moeilijkheden karakters maken, zal ik evenveel karakters hebben, als het Chineesche alphabet letters, tegen den tijd, dat ik er doorheen ben. De plagen beginnen al als het meisje ’s morgens vuur aanlegt en asch op den rooster legt in plaats van houtskool; en het gaat aam één stuk door totdait ik naar bed ga en hot laken onder de matras vind en de kussens aan het voeteneind. Het zou niet half zoo erg zijn, als ik maar eens goed mocht opspelen en een beetje van mijn ergernis luchten; maar neen, ik moet lief en beschaafd en vriendelijk zijn, en nooit vergeten dat ik een voorbeeld hen. Heb je die poppen wel eens gezien met iets zwaars van binnen, zoodat ze altijd weer overeind, gaan staan, al'probeer je nog zoo hard, ze omver te gooien? Nu, zoo een heib ik er, een groote, en haar nnaun is Susie Damn. Als de grenzen van wat Ik verduren kan bereikt zijn, dan koel ik me op Susie Damn. Ik ga haar te lijf van alle kanten, en na eiken aanval staat ze weer op haar beenen met zulk een beminnelijken glimlach, dat ik weer ineen goed humeur kom. Wat hebben je lui thuis? Waarom schrijf je me niet? Eerst kreeg ik altijd tien of twaalf brieven met elke post, en nu zou ik tranen kunnen storten van blijdschap, als ik er één krijg. Dat ik het druk heb, beteekent nog niet, dat Ik geen tijd heb om eenzaam te zijn. Och, lieve, je kunt nooit begrijpen wat eenzaamheid beteekent, zoolang je niet weg zijt geweest van al wat je dierbaar is. Ik heb getracht dapper te zijn, maar het succes was niet altijd schitterend. Wat ik geleden heb nu laat Ik daar maar over zwijgen. Zooals mijn Duitschertje zegt: leven is liefhebben en liefhebben is lijden. En toch is het voor die liefde, dat we klaar zijn te lijden en te sterven, en zonder haar is het leven een onbeschreven blad, een zeil zonder wind, een lijst zonder portret! Misschien krijg ik morgen zoon langen brief van je, waarin je me vertelt hoe groot ik bon en hoe mijn ziel zich ontwikkelt, enz.; en mijn bovenlip zal ze» stijf worden, dat i, n boventanden in gevaar zullen verkeeren. Er is een strakke bovenlip en een strak geweten en een strak „alles” noodig, om hier boven water te blijven TJit deze ontboezeming leidt je misschien af dat Ik bleek en neerslachtig ben. „Neen, integendeel”, zooals de zeezieke Franschman zei, toen men hem vroeg of hij gegeten had. Ik ben zoo gezond als een visch en heb nog nooit zooveel kleur gehad. Het wenk gaat prachtig, en ik heb allerlei om dankbaar voor te zijn. Onze kleine huishouding was de afgeloopen week erg overstuur door den dood van onzen kok. De begrafenis had gisterenavond te zeven uur plaats van het portiershuisje nnn de poort uit. De schaduwen, die we op de papieren schutten zagen toen ze hezig waren hem af te leggen, brachten ontroerende dingen aan het licht. Het gebrek aan kieschheid, de ruwe manier van doen, de volkomen afwezigheid van eerbied voor den dood. dat alles vertoonde zich in beeld. Ik stond Inde kapel en zag het met walging. Nadat ze het arme lichaam ineen zittende houding ineen soort vierkante tobbe hadden gepropt, brachten ze die naar de koelies, die hem naar den tempel moesten brengen, en later naar het Crematorium.. He lantaarns flikkerden grillig en riepen groteske schimmen op, die met duivelsche vreugde over het gras schenen te dansen.; De mannen lachten «n praatten, namen eindelijk hun last op de schouders «n er mee weg, zoo vroolijk, als ging het naa* een-malsuri Ik had nog nooit de wreedheid van hei hekkmsch geloof zoo sterk gsi voeld. Geen straf ln de volgende wereld kan nabij komen, wat ae in dit bestaan miSjt aen, doordat ae niet ia «en God gelooven. Het moet nu thuis heel mooi zijn. De berk, ken allen groen en gond, en de platanen vlammen rood. Ik denk ook aan de schadUf.. wen op het oude ijshnis. ik ken «e alle va* bulten, en ze komen dikwijls bij me spokaw als zoo vele andere schaduwen van hef droef, droef verleden. (Wordt vervolgd)



KUNST- EN LETTERNIEUWS


— Julia Culp geeft Donderdag 15 April een liederenavond in Diligentia. Zij zal liederen van Schubert, Brahms, Löwe en Oud-Ned. liederen ten gehoore brengen.

— Adalin Fermin zong in den Salon te Berlijn vier Loverkens van Nicolaï en vier van zijn eigen Fransche liederen. De Loverkens werden uitbundig toegejuicht en zijn vierde eigen lied moest hij bisseeren.

Heden zingt Fermin liederen van Chaminade in den Lyceum-Club.

— In een brief uit Amsterdam aan de Frankf. Ztg. wordt de uitvoering van Die Geschöpfe des Prometheus en Hutschenruyter’s Het Beethovenhuis besproken. Aan het