Pagina:Het Vaderland vol 065 1933-05-23 Avondblad KUNST EN LETTEREN.pdf/1

Deze pagina is proefgelezen

KUNST EN LETTEREN

Muziek en dans in beeld


Tentoonstelling in Museum Scheurleer.

Nu de bekende verzameling muziekinstrumenten uit het Museum Scheurleer voor een tentoonstelling ervan naar het Stedelijk Museum te Amsterdam, waar de collectie schitterend tot haar recht komt, is overgebracht, heeft de beheerder van het Museum Scheurleer, de heer Dirk J. Balfoort gezorgd, dat er van den zomer toch iets bizonders in de ontruimde zalen te zien zal zijn. Materiaal hiervoor heeft hij overvloedig kunnen vinden in de groote verzameling platen, op muziek en dans betrekking hebbende, waarover het Museum beschikt en voor welker uitstalling gewoonlijk geen plaats te vinden is.
Thans is een deel van de collectie in drie zalen ondergebracht. In de eerste zaal zijn Japansche prenten, waarop muziekinstrumenten voorkomen, ten toon gesteld. Hierbij zijn ook eenige fraaie exemplaren uit de 18de eeuw. Opvallend is de groote zorgvuldigheid en nauwkeurigheid, waarmede de eigenaardige instrumenten, als koto en kokiku, zijn afgebeeld, terwijl men ook een duidelijke voorstelling krijgt van de wijze, waarop zij worden bespeeld. Bij de rangschikking, ook in de andere zalen, zijn dezelfde instrumenten zooveel mogelijk bij elkaar gebracht.
In de tweede zaal vindt men Hollandsche prenten van schilders uit de 15de en 16de eeuw, o.a. een mooie collectie van David Teniers. Hierop vindt men tafreeltjes, waarbij allerlei oude instrumenten worden bespeeld, als rommelpot, draailier, luit en doedelzak. Ook de prenten op zichzelf zijn grootendeels zeer de moeite waard en de aardige bijschriften, die op verschillende voorkomen, mag men vooral met ongelezen laten.
De derde zaal is aan den modernen en antieken dans gewijd. Naar volledigheid is hier, vooral wat den modernen dans betreft, niet gestreefd. Toch krijgt men wel een zeer goed beeld van de tegenwoordige danskunst en haar excessen. Zoo is een heele serie platen aan de charleston gewijd. Bij de oude prenten zijn ook vele merkwaardige caricaturen, terwijl in het bizonder ook de volksdans is gedemonstreerd.
De heer Balfoort is er in geslaagd een aardige tentoonstelling samen te stelle, die zeker de belangstelling zal trekken, welke zij verdient. Al zijn de muziekinstrumenten er nu niet meer, zoo verzuime men van morgen af toch niet op Woensdag of Zaterdag tusschen half twee en vier uur het muziekmuzeum Scheurleer te bezoeken.



De violist D. de Groot overleden

De bekende Nederlandsche violist David de Groot is te Londen in den ouderdom van 52 jaar overleden.
Hij debuteerde als violist, naar wij in de Tel. lezen, te Amsterdam in het oude Salon des Variétés en volgde toen den grooten „trek”, die zoovele Nederlandsche musici naar Londen bracht. Daar maakte David de Groot den glorietijd van de vermaaksmuziek mee. Hij stond aan het hoofd van een klein, maar virtuoos orkest, dat spoedig door zijn uitstekende dinermuziek een grooten naam verwierf. David de Groot, die voor zijn orkest ook uiterlijk, een voortreffelijken indruk maakte, werd gaandeweg het enfant chéri van de uitgaande Engelsche hoofdstad. De leiding van het Pccadilly Hotel noodigde hem uit met een superieur ensemble, dat terecht wereldberoemd werd, in haar établissement te spelen. Bovendien werd hem tijd gegevem om in Music Halls met het naar hem genoemd trio, waarvan de Nederlandsche cellist, Jo Samethini, eveneens een tijdlang deel uitmaakte, op te treden. Het werd een triumftijd voor de Groot. Een gramofoononderneming noodigde hem uit een gedeelte van het salon-repertoire voor haar te spelen. De populariteit welke David de Groot, die veelvuldig voor de B.B.C. optrad, bij het Engelsche radio-publiek genoot, was onvergelijkelijk.
Het Engelsche publiek heeft altijd een zeer sterke belangstelling in De Groots persoonlijkheid gehad. Hij kon het wagen een tournée door Amerika te maken, zonder gevaar te loopen, dat men hem te Londen vergeten zou. Londen vergat de Groot nooit. Er was geen musicus — ook geen Engelsch musicus uit de wereld van de jazz — zoo geliefd als onze landgenoot, die altijd op end’ op Nederlander is gebleven. Wanneer hij een paar dagen vacantie had, kwam hij naar het vaderland terug, waar hij als musicus eigenlijk nooit vasten voet heeft kunnen krijgen. Hij trad niet lang geleden een enkele maal voor de A.V.R.O.-microfoon op, het bleef tot een occasioneel optreden beperkt.
Met David de Groot is een Nederlandsch kunstenaar heengegaan, die dank zij een specifieke begaafdheid voor een bepaalde kunstsoort, zich een reputatie in vijf werelddeelen wist te verwerven.
Zijn collega’s betreuren een zeldzaam toegewijd en eerlijk kameraad.



HET MULTATULI MUSEUM.

In de jaarlijksche algemeene ledenvergadering van de vereeniging Het Multatuli Museum te Amsterdam zijn de verslagen van den secretaris, den penningmeester en den conservator goedgekeurd.
De heer C. de Hart, aftredend conservator, is herbenoemd. Het bestuur is thans als volgt samengesteld: J. G. Götze, voorzitter; W. A. Groennou, secretaris; A. C. Beekhof Jr, scriba; J. de Leeuw, penningmeester; C. de Hart, conservator.
In de navolgende plaatsen zijn correspondentschappen gesticht: Rotterdam, ’s-Gravenhage, Groningen, Leeuwarden, Krommenie, Heerlen.



VEREENIGING VOOR PENNINGKUNST

De jaarlijksche vergadering van de Vereeeniging voor Penningkunst is hier gehouden.
Hoewel door de ongunstige tijdsomstandigheden het aantal leden gedaald was, is het toch mogelijk gebleken, in 1932 den leden twee penningen te doen toekomen. Ook dit jaar zullen twee penningen worden uitgereikt.
De modellen van de beide zijden van den eersten dezer nieuw te verschijnen penningen konden den aanwezigen worden getoond. De medaille herdenkt het feit, dat voor 400 jaren de vermaarde schilder Lucas van Leyden stierf, en vertoont op de voorzijde den karakteristieken kop van den schilder.
De tweede penning, waarvan het ontwerpen en het boetseeren zijn opgedragen aan den beeldhouwer H. A. van den Eynde, zal een Indische sierpenning zijn. Het bestuur hoopt, dat deze penning er toe zal bijdragen om het aantal leden in Nederlandsch-Indië te doen toenemen.
Besloten werd, dat het bestuur met twee leden zal worden uitgebreid. Ir jhr. A. C. von Weiler, aan de beurt van aftreden, werd als lid van het bestuur herkozen.

De Dietse Spelers naar West-Indië


De Dietse Spelers onder leiding van Willem van der Veer zullen 27 Juni met het ss. Oranje-Nassau van de Kon. Ned. Stoomboot-Mij te Amsterdam een tweede kunstreis ondernemen naar Suriname, Curaçao, Aruba en indien mogelijk Bonaire en Maracaïbo (Venezuela). De artistieke leiding zal Eduard Verkade voeren.
De eerste voorstelling zal plaats hebben op 17 Juli te Paramaribo van: Een Huwelijk onder Lodewijk XV van Alexander Dumas Fils, blijspel in 4 bedrijven met eigen décors en nieuw ontworpen costuums van de firma Michels te Amsterdam.
Het gezelschap, dat uit zeven personen zal bestaan, zal ongeveer drie weken te Paramaribo blijven en zes verschillende blijspelen geven. 5 Augustus vertrekken zij uit Paramaribo naar Curaçao, waar De Dietse Spelers een maand zullen verblijven. In dezen tijd zal Aruba worden aangedaan voor het geven van eenge voorstellingen. 1 October hoopt het gezelschap met de Colombia van de Kon. Ned. Stoomboot-Mij weer in Holland terug te zijn.
Alle voorstellingen geschieden onder auspiciën van het Alg. Nederl. Verbond.



Werken van Nederl. componisten

Zaterdag 27 Mei a.s. houdt de Nederlandsche Vereeniging voor Hedendaagsche Muziek haar derde studiebijeenkomst in dit seizoen.
Uitgevoerd worden werken van Bertha Frensel Wegener—Koopman, Emmy Frensel Wegener, Jacques Beers, Ina Lohr, Hans Straesser, Heinz Tobi en Wolfgang Wijdeveld. Medewerking verleenen Henriëtte van der Kamp, zang, Julius Hijman, Gerard Hengeveld en Wolfgang Wijdeveld, piano, Johan Feltkamp, fluit, Johan van Hell, clarinet.
De avond zal besloten worden door de gramofonische weergave van Badings derde strijkkwartet, gespeeld door het Waleson-kwartet.



Muziek zonder woorden

Weer een geestig en raak artikel van François de Miomandre in de Nouvelles Littéraires:
Ik heb nooit erg veel van de Radio gehouden. Toch geeft zij mij somtijds groote vreugden. Dat is als het apparaat, verdwaald, tastend in het leege op zoek naar recalsitrante stations, opeens Haar ontmoet die men nooit verwacht, al is zij overal: de Ruimte.
Dàn zijn het vreemde, onmenschelijke geluiden, knarsingen die onweeren aankondigen, gefluit van waterhoozen, samenschokkingen van atmosferische lagen, tellurische glijdingen, formidabele storm, doorkruist door bliksemende schichten.
De muziek der sferen, wel te verstaan. Maar niet zooals de oude Filisoof, die zich voorstelde, die aan de Orde en de geometrie geloofde. Neen, een muziek, absoluut futuristisch, met een orkest van onbekende lawaaischoppers, waarvan de eenige verdienste is dat het aan den geest een storm-exaltatie geeft.
Daar, op alle manieren, de poging van onze ingenieurs daarin bestaat, dat zij tot een minimum de contracten met het Interplenataire reduceert, accepteer ik met veel dankbaarheid de laatste Duitsche uitvinding, die ons zal veroorloven, bij wijze van compensatie, althans de geluiden der natuur te hooren. Welk een vreugde om weer de Meester te worden van die gehoor-genoegens! Ik zet de symfonieën van Strauss af, ik coupeer een reclame voor meubels, en ik zet mijn luidspreker wijd open voor het geluid van de zee, het geruisch van het woud, de confidenties van den wind, het weenen van den regen. Al deze Wezens (want het zijn Wezens) betooveren mij vooral omdat zij geen gearticuleerde woorden hebben. Wij leven in een geheel woordelijke beschaving. Wij worden verzwolgen, verdronken door woorden. Wij lezen er, wij spreken er elken dag millioenen uit. Zij vervangen onze ideeën, wij gaan aan hen vooraf, wij dooden ze. Wat een opluchting om eindelijk aan hen te kunnen ontsnappen, om zich te laten glijden in dien afgrond bevolkt met verwarde, anonyme, veelvormige muziek, even schoon als de Stilte!



DE STERVENDE ZWAAN.

In een schouwburg te Tokio gaf de bekendste Japansche danseres, de jeugdige Morino Sawa, de Pawlowa van het Oosten genoemd, een voorstelling. Zij voerde den dans van den stervenden zwaan uit uit zeeg vol gratie neer te midden van haar witte kleedij. Het talrijke publiek klapte geestdriftig, maar de danseres kwam niet overeind. Bevend deed zij daartoe een poging, doch zij viel achterover. Het scherm zakte. Een geneesheer stelde vast, dat zij aan hartverlamming was gestorven.



HET P.E.N.-CONGRES.

Op het P.E.N.-congres, dat van 25 tot 28 dezer te Dubrownik (Ragusa) wordt gehouden, zal de voorzitter van de Duitsche P.E.N.-club, Hans Hinkel, spreken over De onafhankelijke schrijver en de Pers.
De Duitsche deputatie, welke bestaat uit Hans Martin, Pelster, Schmidt-Pauli en Fritz Otto Busch, zal een principieele verklaring afleggen, waarna o. a. een motie van het Hebreeuwsche P.E.N.-centrum aan de orde komt, waarin voorgesteld wordt, dat het congres zijn scherpe afkeuring zal uitspreken over de antisemietische excessen der Dutsche regeering, welke excessen — volgens de bewoordingen der motie — onvereenigbaar zijn met de gedachte van een scheppende, vrije, rechtvaardige menschheid.
Het spreekt vanzelf, dat vooral de houding der Duitsche P.E.N.-club, onder wier leden verschillende van de zoo juist door de Duitsche regeering in de Academie benoemde „nationaaldenkende” letterkundigen worden aangetroffen, met belangstelling wordt tegemoetgezien.



Cesarine Speenhoff en Piet Rienks, beiden leden van het Hofstad Tooneel, gaan 7 Juni trouwen.

Tot 9 Juni wordt in de Kunstzaal ’t Center alhier een tentoonstelling gehouden van beeldhouwwerken door Dirk Bus en schilderijen van Paul van Eeden.



Men verzoekt ons mede te deelen, dat mr Johannes den Hertog half Juni naar Bayreuth vertrekt om op uitnoodiging van mevr. Winifred Wagner wederom als solorepetitor mede te werken bij de Festspiele.



Er is kans, dat Jacob Epstein een buste zal maken van Bernard Shaw. Epstein vertelde, dat Elbridge Adams, de Amerikaansche uitgever van „Ellen Terry and Bernard Shaw”, den wensch heeft te kennen gegeven om een buste van Shaw te bezitten door Epstein gemaakt. Daarover wordt nu onderhandeld.

DE ACADEMIE GONCOURT EN DE PREFECT


De Académie Goncourt heeft in den laatsten tijd een slechte pers, en geen wonder, na de toekenning, met een zeer verdachte manoeuvre, van den Prix Goncourt. Er is thans een proces gaande van twee der tien leden („Les Dix” heeten ze te Parijs) tegen een journalist, die een beetje al te levendig de heftige bewoordingen van Lucien Descaves had gereproduceerd, door dezen uitgesproken, toen hij verontwaardigd het Restaurant Drouant op den dag der laatste toekenning verliet. Thans publiceert het Bulletin Municipal Officiel een „question écrite” van Monsieur Joly, gemeente-adviseur, die signaleert dat de Académiciens in ’t geheel geen belang schijnen te stellen in het Maison des Goncourt, Bd. Montmorency, dat onlangs op initiatief van den Préfect de la Seine na ’n artikel van Lucien Descaves in Les Nouvelles Littéraires door de gemeente is aangekocht. Descaves signaleerde onlangs in l’Oeuvre, dat hij de éénige der tien was die de moeite had genomen den fameusen „Grenier” te bezoeken en Joly preciseert:
„Gedurende dertig jaar déjeuneeren zij, en in de zware en mededeelzame warmte van een maaltijd-einde steekt geen van hen een hand in den zak om er de stuivers uit te halen, die voldoende zonden zijn voor een gedenkplaat. De Stad Parijs, altijd magnifiek, geeft hun een schitterend cadeau: en zij negeeren het. Wat denkt de Préfect van de Seine hier wel van?”
Joly stelt thans voor „om de entrée in het Maison des Goncourt te verbieden aan de leden der Académie Goncourt!” Zou het niet veel beter zijn, na het laatste prijs-schandaal, om die heele Académie op te heffen „qui s’en fiche pas mal des Goncourt?” H. B.



SELMA LAGERLÖF.

Selma Lagerlöf, die 20 November a.s. 75 jaar hoopt te worden, zal dan een nieuwen bundel novellen publiceeren. Een Stockholmsch avondblad heeft haar in verband hiermede de vraag gesteld, op welken leeftijd een schrijver de kans heeft zijn beste werk te maken. De schrijfster heeft daarop het volgende geantwoord:
Laat mij u in plaats van op uw vraag te antwoorden een goeden raad geven aan alle schrijvers. De moderne opvoedkundigen hebben bevonden, dat het niet gemakkelijk is allen kinderen gelijkelijk onderwijs te geven in het lezen, schrijven, rekenen enz. op den leeftijd van 5, 6 of 7 jaar, doch dat door den juisten leeftijd voor ieder onderwerp te kiezen, opmerkelijk goede resultaten kunnen worden behaald. Daarom geloof ik, dat de moderne psychologie tot de overtuiging zal komen, dat personen, die met een groot litterair talent begaafd zijn, eenvoudig naar de aanwijzingen van de natuur te werk moeten gaan. Laat de onstuimige gevoelens van de jeugd zich uiten in lyriek, de werkkracht en ondernemingsgeest van den middelbaren leeftijd in het drama, de epische poëzie en de wijsheid van den ouderdom in de beschrijving van de werkelijkheid. Op deze wijze zal een schrijver het hoogste van zijn gaven op verschillend gebied van de letterkunde kunnen geven.



DE CERCLE FRANÇOIS VILLON.

Wij lezen in l’Intran: „François Villon heeft zich over de moeilijkheid om zich eenig voedsel, zelfs slecht voedsel, te verschaffen, uitgedrukt in al te rauwe termen dan dat wij ze, al zijn ze zeer expressief, hier kunnen overnemen. Toch is het onder de auspiciën van den genialen „escholier tire-laine”, dat in No. 43 bis, Boulevard Vaugirard te Parijs, de Cercle Villon, een broeder van den Cercle Rousard, welke ten doel heeft te hulp te komen aan artiesten in nood zonder onderscheid van ras en godsdienst, een restaurant heeft geopend, waar voor deze artiesten en ook intellectueelen in nood dejeuners verkrijgbaar zijn gesteld voor 3 francs (pl.m. 30 centen), waarvoor zij krijgen: brood „à discrétion” en wijn of koffie met drie verschillende plats”. Ook „goûters dinatoires”, bestaande uit chocola of café-crême, brood en boter, voor 1 franc (pl.m 10 cents). Deze goedkoope maaltijden worden verschaft òf door de Coöperative des Travaillers Intellectuels, òf door de Caisse de Secours des Gens de Lettres, öf door de Association des Artistes, òf door de leden van den Cercle François Villon. Er wordt gerekend op 300 maaltijden en „goûters” dagelijks. De zaal is zeer mooi ingericht. Bij de opening waren zeer hooge sommiteiten, o. a. Z.E. Steeg, tegenwoordig.
Maaltijden van drie schotels, met wijn of koffie, voor 30 Hollandsche centen, daar mogen de Nederlandsche kunstenaars in nood nog maar alleen van droomen....



De uitgestelde voordrachtavond, welke de Amsterdamsche Tooneelvereeniging voor de Nederlandsche Tooneelunie zou geven, is thans vastgesteld op 30 Mei a.s. in het Carltonhotel.
Het programma luidt als volgt: 1e gedeelte: „Over het tooneel in Holland”, inleiding te houden door Albert van Dalsum, (gelegenheid tot het stellen van vragen). 2e gedeelte: Voordrachten te houden door Philippe la Chapelle en Jules Verstraete. Liedjes, in costuum, onder leiding van Cruijs Voorbergh met medewerking van Willy Haak, Georgette Hagedoorn, Nell Knoop, Do van Hoogland, Cruijs Voorbergh en Ben Royaards.



De Duitsche schrijver Rudolf Pannwitz heeft het voorbeeld gevolgd van Max Liebermann en bedankt als lid van de Duitsche Akademie der Künste.
Het Pruisische ministerie van Onderwijs had n.l. een vragenlijst rondgezonden aan de leden, waarin trouw aan de regeering en instemming met haar nationale doelstellingen werd gevraagd, die op de lijst met ja en neen ingevuld moesten worden.



De stad Bonn, waar de Duitsche vrijheidsdichter Ernst Moritz Arndt, veertig jaren heeft gewoond, zal zijn huis tot museum inrichten. De burgerij is uitgenoodigd, daarvoor bijdragen te schenken.
Arndt (1769—1860) is vooral bekend door zijn cyclus „Der Geist der Zeit”, waarin hij zich tegen Napoleon richtte. Tot zijn oorlogspoëzie behooren: Was ist des Deutschen Vaterland?, Der Gott der Eisen wachsen liesz, Das Lied vom Schill, Was blasen die Trompeten. Na den slag bij Leipzig schreef hij: „Der Rhein Deutschlands Strom, nicht Deutschlands Grenze”.



Zooals men weet, is het grafmonument van Honoré de Balzac, dank zij de resultaten van een inschrijving, gerestaureerd. Het is officieel aan de stad Parijs overgedragen, met een rede van Lionel Nastorg. Hij herinnerde er aan, hoe op 22 Augustus 1850 mannen als Alexandre Dumas, Sainte-Beuve en Victor Hugo treurend bij de open groeve stonden. Hij haalde een en ander aan uit de grafrede, toen door Hugo gehouden, waarna Arquillière den heelen tekst dier toespraak heeft voorgedragen.



August Bailly is een romanschrijver, die rustig doorgaat met zijn levensweek, die nooit groote successen boekt, maar altijd zijn vaste gemeente van bewonderaars behoudt. Hij geeft nu weer zijn laatsten roman: „L’Excommuniée”.



In ons verslag over de Driejaarlijksche te Milaan is verzuimd te melden, dat de tentoonstelling is ingericht door onzen sadgenoot ir D. Roosenburg.

Aan het huis 19 Quai Malaquais te Parijs, waar Anatole France zijn eerste levensjaren heeft gewoond, is een gedenkplaat onthuld.
Georges Prade heeft het woord gevoerd voor Les Amis du Lys Rouge, Gaston Rageot als voorzitter van de Société des Gens de Lettres, Edouard Renard als prefect van de Seine, de Fontenay voor den gemeenteraad van Parijs, Louis Barthou voor de Académie Française.



De Library Association zal Donderdag te Londen haar hoofdkwartier betrekken: Chaucer House, een gebouw van vijf verdiepingen op Malet Place. Het gebouw is geschonken door de Carnegie United Kingdom Trust en onder leiding van den architect H. A. Gold voor het nieuwe doel verbouwd. Op de eerste verdieping is een vergaderzaal voor 230 personen gekomen. In het gebouw zullen ook de Society of Genealogists, de Museums Association en het rijksmuseumtoezicht onderdak vinden.
Baldwin zal bij de opening een rede houden in de aula van University College, in de onmiddellijke nabijheid.



Georges Simenon vervolgt zijn nieuwe serie met iedere maand een nieuw deel. Verschenen zijn: „Les Fiançailles de mr Hire”, „Le Coup de Lune”; dezer dagen verschijnt: „La Maison du Canal”. Wie in het Fransch onderhoudende lectuur zoekt en die toch eenige eischen aan stijl en psychologie stelt, kan niet beter doen dan Simenon ter hand te nemen.



Prosper Mérimée blijft naast Stendhal en Balzac een der grootste Fransche schrijvers uit het begin van de negentiende eeuw. Zijn correspondentie is zeer belangrijk. Onlangs verschenen de „Lettres de Mérimée à la Famille Delessert”; deze uitgave wordt heden gevolgd door de „Lettres de Mérimée à la Comtesse de Boigne.”



Op het congres van het schrijverssyndicaat te Bologna is het voorstel gedaan om buitenlandsche boeken te contingenteeren. Dit voorstel is met bijval ontvangen.
Daar de Italiaansche vakvereenigingen staatsorganen zijn, moet er rekening mee gehouden worden, dat de contingenteering van buitenlandsche boeken een feit zal worden.



Lucie Delarue-Mardrus is naar Brazilië vertrokken, waar zij lezingen zal houden nl. over het kind; over het Oosten, waarbij zij Oostersche liederen zal zingen; over muziek (Géographie musicale); over La course aux chimères, waarin zij zal vertellen wat een schrijver overkomt, de brieven, die zij ontvangt, enz.; over tegenwoordige schrijfsters en over Mes violons d’Ingres. Want Lucie Delarue-Mardrus speelt ook viool en piano, zij schildert, beeldhouwt en zingt.



De Prix populiste is toegekend aan Henri Pollès met 7 stemmen tegen 6 op Robert Vivier, die verleden jaar een prijs van 10.000 fr. in België heeft gekregen. Ook is er sprake geweest van mevr. Neel Doff voor haar Jours de famine et de misère en van Lamartine vor Geneviève, histoire d’une servante.
De bekroonde Pollès is student in de letteren en 24 jaar oud. Hij heeft nog een bundel verzen Le loucheur de Dieu en een roman L’ange de chair geschreven, vertelde hij aan de juryleden. Zijn bekroonde boek heet Sophie, de Fréguier.



In het Burgtheater te Weenen gaat Hebbels Nibelungen met Krauss, Maria Ees, Paul Hartmann, Else Wohlgemut, Maria Mayer e. a. Als gastregisseur treedt Fr. Neubauer op.



We hebben reeds melding gemaakt, dat Michel Georges-Michel van plan was dit jaar één boek per maand uit te geven. In Maart is verschenen La bohème de minuit; in April La cage à poules; deze maand Nuits d’actrices.
Een nieuw weekblad zal zijn roman Ardente publiceeren.



De Mecklenburgsche schrijver Rudolf Tarnow is in den ouderdom van 56 jaar overleden. Bekend en veel gelezen zijn zijn plat Duitsche grappige verhalen en gedichten, die hij onder den titel Burrkäwer heeft uitgegeven.



Van François Mauriac verschijnt een boek „Le romancier et ses personnages” met een studie van Edmond Jaloux.



Jules Supervielle geeft een verhaal uit „Boire à la source” en Colette „La chatte.”



De nieuwe roman van André Malraux „La condition humaine” is verschenen en opgedragen aan onzen landgenoot en schrijver, Eddy du Perron.



Weinig menschen weten, dat het terrein waarop thans de Folies Bergère te Parijs staat het eigendom is van de Blinden der Quinze-Vingt die, heel, heel lang geleden, dit terrein van een donateur als gift kregen. Het meest curieuse echter is dat het de wensch van den donateur was, dat het daar opgetrokken gebouw aan niets anders ooit mag gewijd zijn dan aan het Plezier.
Het schijnt een vroolijke Frans te zijn geweest, deze schenker......



Cécile Sorel heeft officieel verlof gekregen om 19 Juni a.s. afscheid te nemen van de Comédie Française. Den volgenden dag zal zij haar afscheidsvoorstelling geven.



Het huis waar Lord Byron te Missolonghi heeft gewoond zal tot een museum gemaakt worden. Er zullen verschillende reliquiën worden geplaatst, die Engelsehe bewonderaars aan den burgemeester van Missolonghi hebben geschonken.

De nieuwe roman van Tristan Bernard „Aux abois” is thans verschenen.



Als opvolger van den architect Girault is de bouwmeester Henri Prost gekozen tot lid der Académie des Beaux-Arts.
Van 1913 tot 1924 is hij in Marokko werkzaam geweest, waar hij voor civiele en militaire doeleinden heeft gebouwd. Hij ontwierp de plannen voor de stedebouwkundige verbetering van Rabat, Casablanca en Mehnes. Thans is hij hoogleeraar aan het instituut voor stedebouw van de universiteit te Parijs. Hij is eerste architect voor de plannen te Parijs en werkt aan plannen voor Metz el Algiers.



De zestig nummers van de verzameling van mevrouw Bayer gravin Sala, in de Galerie Jean Charpentier te Parijs geveild, hebben 1.530.000 francs opgebracht. Wij noemen eenige prijzen: Bartolomeo Veneto, portret van een jongen man, 420,000 fr.; Corneille de Lyon, portret (Guillanme du Bellay?) 33.000 fr.; Meester van de vrouwelijke halffiguren, 71.000 fr.; Sano di Pietro, H. Maagd met Kind (triptiek), 71.500 fr.; een achthoekig Perzisch tapijt (einde 16e eeuw) 50.000 fr.; della Robbia, geëmailleerd hout-relief, 64.000 fr.



Reuter meldt uit Jeruzalem:
Te Sebastia of Semaria, de oude hoofdstad van het koninkrijk Israël, is bij opgravingen een oud Romeinsch theater ontdekt, dat gelegen is ten oosten van den tempel van Augustus, gebouwd door koning Herodes. Men heeft de fundeering van het theater gevonden en vele rijen zitplaatsen, alsmede een gedeelte van het tooneel.



CONCERT- EN THEATERGIDS.

Richard Tauber zingt met het Fritz Hirsch Gezelschap nog tot en met Donderdag in het Gebouw voor K. en W. en heeft iederen avond evenals met de première zeer veel succes, vooral met het lied „Gern hab’ ich die Frau’n geküsst”.


Het programma van het orgelconcert op Woensdag 24 Mei in de Bethlehemskerk door den organist Alex Schellevis, brengt werken van Bach, Händel, Mendelssohn, A. Schellevis, A. Lee en A. Sullivan. Solist is Albert Kam, bariton.


Donderdag 25 Mei (Hemelvaartsdag) geeft het Ver. Rotterdamsch-Hofstad Tooneel, directeur Cor v. d. Lugt Melsert, in den Koninkl. Schouwburg twee voorstellingen. ’s Middags wordt vertoond Jaloezie, van Sacha Guitry, gevolgd door Jalousie Internationale door Louis Gimberg; ’s avonds gaat voor de 75ste maal Vader des Vaderlands van Eduard Veterman, met Cor v. d. Lugt Melsert als Willem van Nassaue.

FILMNIEUWS

Nieuwe Amerikaansche films

(Van onzen correspondent).

Nieuw-York, 12 Mei.

Ik sta op de preferente lijst bij de publiciteitschefs der Filmmaatschappijen in den zin, dat ik niet voor rijp en groen geïnviteerd word, maar alleen om een nieuwen super-schlager te zien en dan nog kan ik er niet altijd den tijd voor afnemen. Bovendien heeft het weinig zin om mij op een terrein te wagen, waar ik geen deskundige ben, in tegenstelling met den betrokken redacteur thuis. Maar ik mag wel in een paar woorden signaleeren, wat u binnen langer of korter tijd te wachten staat. Maurice Chevaliers nieuwste A Bedtime Story, waarin een grappige drommel van een jaar oud haast Met de honneurs wegloopt. Helen Twelvetrees, de vrouwelijke hoofdpersoon en een geroutineerde actrice, draagt er haar deel toe bij, om dit trilbeeld van alle weeë „sex” ontdaan te houden en de heele vertooning is uiterst genoeglijk: Maurice als een schatrijke vrijgezel vindt een baby in zijn auto en houdt hem ook. De rest moet u vooral niet vergeten zelf te gaan zien.
Metro-Goldwyn-Mayer kwam met twee prachtstukken voor den dag: Hell Below en Reunion in Vienna. De eerste een stuk oorlog met onderzeeërs, de tweede een Habsburger, die voor één avond heimelijk in Weenen terugkeert om zijn oude liefde te zien.
Er zijn prachtige opnamen in de marinefilm en een allergekste episode van Jimmy Durante, die met een kangoeroe bokst, maar ik kon toch nooit geheel van me afzetten, dat een massa opnamen in een badkuip genomen zijn. Het dramatische gegeven is van een jongen Amerikaanschen zeeofficier, die op de dochter van zijn commandant gecharmeerd raakt, ofschoon zij getrouwd is met een totaal wrak geschoten militairen aviateur. Zelfs het uitnemend spel van Walter Huston en Robert Montgomery kon aan dit alles niets veranderen. In Reunion in Vienna geeft John Barrymore blijk eindelijk niet meer alleen op zijn onberispelijke profiel te vertrouwen, maar werkelijk zijn best te doen om spel te vertoonen. Hij is voortreffelijk in deze rol en mocht het naar u toekomen — er is nog al veel dialoog in — dan behoort Reunion in Vienna stellig op het lijstje van „moet gezien worden”. Diana Wynyard, de voortreffelijke Engelsche, die zulk een succes in Cavalcade boekte, is hier de vrouwelijke hoofdpersoon en zij kwijt zich met een Europeesche charme en echte vrouwelijkheid van haar rol, dat het een lust is om er naar te kijken.
Dan gaf Hollywood blijk, niet heelemaal ongevoelig te zijn voor de vondsten van het decadente Europa. „Zoo in Boedapest” is een samenvoeging van alle mogelijke successen uit den laatsten tijd. Het publiek heeft een voorliefde geloond voor films met wilde dieren, voor films, die maar op één plek spelen, het heeft zich verzadigd aan Mädchen in Uniform? Allright, zegt Fox, dan maken wij een film, waar dat allemaal in voorkomt. En de heele handeling speelt zich af in een dierentuin van Boedapest! Dieren breken los en een meisjesweeshuis speelt er een groote rol in, n.l. dat een van deze Mädchen in den dierentuin ontvlucht en daar in aanraking komt met een wonderlijk jeugdig individu, dat daar als een soort dieren-Pallieter rondzwerft. Natuurlijk komt alles op zijn pootjes terecht en eindigt de film met een trouwpartij tusschen den Hongaarschen dierentuin-Pallieter en ’t ontvluchte Mädchen. Niettemin een film, die u moet gaan zien, al is het alleen maar om de nooit vermoede kundigheden van Hollywood...... wanneer ze daar maar willen.
En dan: „Big Cage” van Universal, die op het moment in de Mayfair loopt. Tusschen haakjes, daar liggen een leeuw en twee leeuwinnen in een kooi naast de kassa en aangezien de dieren er vrij soezerig bijliggen, moet ik wel gelooven, dat ze half genarcotiseerd zijn. „The Big Cage” is heelemaal gewijd aan den fameuzen dierentemmer Clyde Beatty, die op het oogenblik in Madison Square Garden met zijn 20 leeuwen en 20 tijgers optreedt. Het bijkomende verhaal is natuurlijk onzinnig en van het