Pagina:Het Yellowstone-Park (1904).djvu/145

Deze pagina is gevalideerd
133
 

deze bizondere omstandigheden en deze uitmuntende gelegenheid heeft nu het Carnegie-Institution gebruik gemaakt voor de stichting van zijn nieuw laboratorium. Het heeft de beschikking verworven over de voorhanden gebouwen, bestaande in de directeurswoning, den Library-Hall[1] en het eigenlijke laboratorium, die, op korten afstand van elkander, aan den westelijken oever, dicht bij het zuidelijke uiteinde van de baai gelegen zijn. Het heeft tevens den directeur van het Marine Biological Laboratory tot directeur van de nieuwe stichting benoemd, hem daarbij opdragende, niet alleen enkele weken des zomers, gedurende de vacantie, te Cold Spring Harbor te vertoeven, maar zich daar voor goed met der woon te vestigen.

De heer Davenport, algemeen bekend om zijn statistische onderzoekingen over de veranderlijkheid van dieren in verband met de plaatsen waar zij leven en met de waarschijnlijke wijze van hun ontstaan, was sinds vele jaren hoogleeraar in de dierkunde aan de Universiteit van Chïcago, en tevens belast met het bestuur van het zee-laboratorium. Zijne echtgenoote stond hem in dit laatste krachtig ter zijde, en heeft een aantal onderzoekingen over de dieren van den Cold Spring Harbor het licht doen zien, onder andere een zeer belangwekkende studie over den invloed van de vermenigvuldiging door deeling op het aantal armen van de bovengenoemde zee-anemonen.

Het oude laboratorium voldeed echter niet aan de eischen der nieuwe stichting. Het was slechts voor enkele weken of maanden des jaars ingericht, en daarenboven alleen voor zoölogische studiën. De

  1. Bibliotheek-zaal.