Pagina:Het Yellowstone-Park (1904).djvu/82

Deze pagina is gevalideerd

76

De eigenaardige groeiwijze der randwieren geeft nog tot een ander merkwaardig verschijnsel aanleiding, als namelijk de randen zeer hoog worden. Het zijn de kegels en schoorsteenen. Kegels heeten zij als de holte betrekkelijk klein is, schoorsteenen als die in verhouding tot den rand groot is. De namen hebben betrekking op de droge toestanden, maar men vindt dezelfde gevallen ook met een warme bron er in. Een schoorsteen van omstreeks een meter hoogte wordt den toeristen vertoond, en kegels ziet men op verschillende plaatsen.

Als de travertijnrotsen lang droog zijn en verweeren, herneemt de plantengroei zijn rechten. Eerst komen gras en kleine bloemplanten, daarna komen heesters en boomen, en geheele bosschen van den Yellowstone-den (Pinus Murrayana) staan op dezen berg. Maar als zich dan dicht bij en iets hooger dan het bosch een nieuwe spleet opent, en haar heete water over den grond van het bosch uitspreidt, kan zij het geheele bosch dooden. Niet door de warmte van het water, want dat is op dien afstand van de bron voldoende afgekoeld om onschadelijk te zijn. Maar omdat de grond met een verhardende korst van kalk wordt bedekt, die ten slotte den bodem geheel van de lucht afsluit zoodat daaronder de wortels sterven, en dus ook de boomen te gronde gaan. Angel's terrace is een droevig voorbeeld van dit geval, daar hier honderden groote dennenboomen geheel dood en kaal op den kalkgrond staan. Soms bereikte de kalklaag hunne onderste takken, maar soms liet zij den voet der wortels aan de stammen onbedekt, zoodat men gemakkelijk zien kon, dat zelfs een zeer dunne laag zóó moorddadig kon werken. Aan de randen van deze plaats zag ik de