Pagina:Het Yellowstone-Park (1904).djvu/87

Deze pagina is gevalideerd
81

een kegel zoo groot als een hoofd, die van boven en aan de eene zijde open is, en waaruit een breede stroom van heet water omlaag vloeit. Zwarte vliezen en witte draden wisselen elkaar in dit water af, terwijl allerlei fijne koraalvormige gewassen zich aan den voet van den kegel in het warme water bevinden. Verder op wordt de bodem van dezen stroom breeder en licht roestbruin van kleur, en bedekt hij zich met tal van wierlijsten en van lepelvormige uitsteeksels, die het water plaatselijk en tijdelijk tegenhouden, een ontelbare menigte van kleine bekkentjes vormend.

Boven dezen langen en breeden rug verheft zich de eigenlijke geyser-kegel nog drie meter hooger. Aan de beschreven zijde vloeit overal een dunne laag heet water over den rand, zwarte en witte en bruine strepen vormend, al naar gelang der wiersoorten. De bovenrand is afgerond door het overvloeiende water; daaronder vormen zich stalactieten, die als ribben vertikaal omhoog loopen. Dan volgt een gedeelte waar de kegel minder stijl is, en hier hebben zich vooral de randwieren genesteld, tal van terrassen, elk met een vijvertje, vormend. Sommige dezer terrassen zijn ook reeds volgegroeid en het water vloeit eenvoudig over den rand van het horizontale vlak heen. Soms zijn deze terrassen groot, en telt men er slechts een tiental boven elkaar, soms zijn zij kleiner en vindt men er twintig en meer bij dezelfde daling. Overal is de geheele oppervlakte met de kronkelende dwarsribben der bruine wieren dicht bedekt. Het is als het ware een fijngolvende bodem onder de dunne waterlaag.

Aan de tegenovergestelde zijde, de noordzijde van den kegel, vloeit, zooals ik reeds gezegd heb, tegenwoordig geen water meer af; hier en daar zijn zelfs