84
men aan de nu droge voorzijde een paar hooge dennenstammen, wier voet ook reeds door het travertijn overdekt is, en die dus geheel dood zijn. Als kale pilaren met wijduitgespreide takken reiken zij boven den heuvel omhoog.
Het is duidelijk, dat deze geheele formatie van de vlakte van het dal uit is opgewerkt. Er moet zich in het bosch een onderaardsche spleet gevormd hebben, die in verband stond met de watermassa, die hier van uit de hooge bergen naar het eigenlijke terrein der Mammoth Hot Springs vloeit. Uit die spleet is het kalkhoudende water te voorschijn getreden, rondom kalk afzettend en de oude vegetatie doodend. De spleet moet ontelbare jaren en wellicht eeuwenlang op dezelfde plaats werkzaam zijn geweest, met één hoofdopening, die den grooten kegel gevormd heeft, en met een reeks van kleinere voor het vlakke heuvelrugje, dat ik beschreven heb.
Rondom heeft het dal den gewonen vorm, en zijn de hellingen met de gewone dennensoort dezer streek meest dichtbegroeid. In het dal is de beschreven spleet echter niet de eenige uitlaat voor het heete water geweest. Want een honderdtal passen verder op ligt een tweede kegel, veel lager en veel vlakker en breeder, maar zuiver kegelvormig. De hoogte bedraagt slechts een meter, maar de straal is verscheidene meters lang. In het midden, dus op den top van den vlakken kegel, ligt een uitgedoofde bron. Het is een kommetje vol water, iets kleiner dan een gewone waschkom. Dit water is lauw, en dus afkomstig van de onderaardsche spleten; ook ziet men in den bodem van het bekken een drietal gaten, waaruit dampen en luchtbellen omhoog bobbelen. De bodem van dit kom-