verdeelt. Onder deze vyftien wort mede gerekent het landschap L'eâotung, dat ten Westen van Peking gelegen is, daar de groote Muur haar begin neemt; als ook het hangend Eiland Korea, die beide aan den Sineeschen Keizer schattingen betalen. Noch zyn er verscheide naburige Eilanden die schatting aan dit Rijk betalen, waar onder 't Eiland Hainan, dat in zee ten Zuyden tegen over het landschap Quangsi leidt, het voornaamste is. Onder d'Eilanden, die schatbaar aan dit Rijk zyn, wort ook getelt het Eiland Formosa, dat van de Sinezen Lieukieu genoemt wort, en tegen over het landschap Fokien gelegen is, als ook het Eiland Cheuxan, dat tegen over het landschap Chekiang leidt, en een vry vermaart en neeringrijk Eiland is. Doch hier van zullen we daar na breder spreken.
Zes van de vyftien Landtschappen leggen aan zee, als Peking, Xantung, Kiangnan of Nanking, Chekiang, Fokien en Quangtung. Hier van daan, na 't Noorden, leggen de middellandsche Landschappen, als Quangsi, Kiangsi, Huquang, Honan, en Xansi, en na 't Westen d'overige vier, Xensi, Such'uen, Quicheu, en Iunnan.
Ten laasten is dit Sina, dat vijftien landschappen onder zich begrijpt, ook in Zuid- en Noord-Sina verdeelt. Zuid-Sina noemen de Tarters het Ryk van Mangin, en Noord-Sina het Ryk van Katay. In het eerste leggen negen landschappen, en in 't laaste zes of acht, indien men het landtschap L'eâotung, en het hangend Eilandt Korea daar onder wil tellen.
Deze zes noordelijke en negen zuidelijke landschappen, worden door de groote Revier Kiang, die de Sinezen niet ongerijmt den Zone der Zee noemen, (dewyl alle Revieren uit de zee haar oorsprong nemen) van elkander gescheiden.
Uit het bovenverhaalde blykt klaarlyk de dwaling en groven misslag der genen, die voorby Sina noch een ander Rijk, datze Katay noemen, als ook verscheide Steden, als Quinsay, Kambalu, en meer andere verzieren, daar in der daat voor-by die groote Muur, zich geen andere volken onthouden dan Tarters, die geen vaste woonplaatzen hebben, maar op wagens door het gansche land om her zwerven, en van d'eene plaats op d'ander trekken; gelyk zulks breder in 't wederleggen dezer dwaling by verscheide geleerde Schrijvers, als Trigautius, Martinus Martini, in zynen Sineeschen Atlas, te lezen is. Onder andere hebben ook de Jesuiten bevonden, dat buiten het Rijk Sina geen Rijk van Katay te vinden is, zulks dezelve Volken die wy Sinezen heten, van de Persianen Kataiers genoemt worden. Met bondige bewijs-redenen wort de zelfste dwaling ook van den zeer geleerden Heer Jakobus Gool, een man van zonderlinge kennis in alle wetenschappen, en Oostersche talen, en tegenwoordigh Professor de Arabische Tale in de hooge School tot Leyden, in zyn byvoegzel, achter den Sineeschen Atlas, zeer geleerdelyk wederleid.
Het Ryk Sina word ook van d'omleggende landen zodanig omringt, en ten Oosten en Zuiden met de Zeën bekabbelt, dat 'et byna in een vierkante omtrek te leggen komt. Alleen steken twee zee-bergen zeer verre zeewaarts uit, die op Sineesch Tung genoemt worden. d'Eene leidt by de stadt Ningpo, daar af men in veertigh uuren op 't Eiland Iapon kan komen; d'andere uitstekende zee-berg is in 't landschap Xantung, by de stadt Tengcheu gelegen.
Sina, in het uitterste gedeelte van Asie gelegen, word ten Oosten, Zuiden en Westen, van de groote Indiaansche Zee bespoelt, die by de Sinezen Tung, dat Oosterlijk betekent, geheeten is. Ten Noorden wort'et door de beruchte en wijdvermaarde Muur, die van de Sinezen tegen het invallen der Tarters gesticht is, van 't oud Tartaryen, de Koningryken Niuche, Niulhan, en een gedeelte van Taniju afgescheiden. Wat hooger op na 't Noorden heeft'et tot grens-plaatzen het zelfste Rijk Taniju, en zekere woeste wildernis Samo, die de Noord-zyde van dit Sina van de Rijken Samahan en Kascar afzondert. Aan d'overige