Pagina:Het leven der bloem (1900).djvu/24

Deze pagina is gevalideerd
12
BESTUIVING EN BEVRUCHTING.


Veel zekerder en met veel geringer krachtsverspilling wordt dit doel bij de insektenbloemen bereikt. Hier is alles er op ingericht, om de bestuiving door insekten te doen plaats vinden. Men ziet dit reeds terstond aan het stuifmeel. In plaats van een los, stuivend poeder, is dit een kleverige massa, welker korrels niet alleen aan elkander, maar aan elk voorwerp kleven, waarmede zij in aanraking komen. De afzonderlijke korrels zijn ruw van oppervlakte, dikwijls met stekels of verheven lijsten bezet, tusschen welke een olieachtige stof afgezonderd wordt, die de oorzaak van het kleven is. Dit stuifmeel, dat nu dien naam ten onrechte draagt, wordt in betrekkelijk kleine hoeveelheid afgezonderd; daarentegen vindt men allerlei inrichtingen, die het tegen verlies, of tegen bederf door regen en andere oorzaken beschermen. Voor de insekten is het steeds toegankelijk, dikwijls echter is het ten tijde dat deze niet vliegen, b.v. 's nachts of bij ongunstig weder, door het toegaan der bloem tijdelijk geheel afgesloten.

Andere punten van onderscheid tusschen de insektenbloemen en de windbloemen liggen in het voorkomen van honigkliertjes in de eersten; de meest grootere stempels der laatsten, enz.

Dat werkelijk fraaie of welriekende bloemen veelvuldig door insekten bezocht worden, is een feit dat aan iedereen bekend is. Dat zij daarbij deels bewust, deels onbewust, het stuifmeel uit de meeldraden medenemen, kan men gemakkelijk zien, zoo men verschillende soorten van bijen en hommels in hun bewegingen nagaat terwijl zij over een bloemperk van bloem tot bloem vliegen. Gaat men dan de bloemen zelven na, zoo kan men de meeldraden leeg, en de stempels vol met stuifmeel vinden, ook in bloemen waarin dit kort te voren nog niet het geval was. Op warme dagen vindt men soms 's morgens, eenige uren na zonsopgang, alle bloemen van sommige honigrijke planten geheel leeg van stuifmeel, ten minste wat de meeldraden betreft; op de stempels is dit poeder dan meest in groote hoeveelheid afgezet. Men ziet dus hoe spoedig de insekten in zulke bloemen er bij zijn den honig te verzamelen, en hoe zeker zij daarbij bestuiving te weeg brengen. Het is