stuifmeelbuis er zoo uitzien ais in fig. 14 is afgebeeld. Tengevolge van de zeer aanzienlijke vergrooting ziet men de afzonderlijke cellen die den buitenwand van de kern vormen, en hare min of meer korrelig-troebele inhouden. Sneed men dit praeparaat overlangs door, zoo zou men het beeld fig. 15 krijgen. De wand der kern blijkt slechts een paar cellen dik te zijn; daar binnen ligt de kiemzak. Boven in den kiemzak ziet men de eicel; de top van de stuifmeelbuis dringt door den wand van de kern tot aan den kiemzak, legt zich tegen dezen aan, en drukt hem daardoor een weinig in. De eicel en de inhoud van de stuifmeelbuis zijn dus op dit oogenblik door den wand der buis en den wand van den kiemzak van elkander gescheiden. Dwars door deze beide wanden heen geschiedt de bevruchting.
Waarom heet de kleine cel in den kiemzak de eicel? Klaarblijkelijk om een overeenkomst met het dierlijk ei. Het belangrijkste deel van een dierlijk ei toch is eveneens een kleine cel, ook eicel genaamd. Beide eicellen komen in deze belangrijke eigenschap overeen, dat zij bevrucht moeten worden, en daarna zich tot het jonge individu, hetzij dier of plant, ontwikkelen. Al wat men verder in een ei aantreft, dient of tot bescherming van de eicel en haar omgeving, of tot voeding van deze cel, wanneer zij zich na afloop der bevruchting verder ontwikkelt. In het ei van een vogel is de eicel het kleine witte vlekje op de oppervlakte van den doier; de doier zelf en het eiwit zijn slechts voedsel voor het jonge dier, dat zich geheel en al uit deze eicel, hier kiemvlekje genaamd, ontwikkelt. Bij vele lagere dieren bestaat het geheele ei alleen uit de eicel, of uit deze en een of meer omhullende vliezen.
De eicel is dus het nieuwe individu in zijn allereersten toestand. Zal zij zich verder ontwikkelen, zoo is de inwerking van den inhoud der stuifmeelbuis op haar een noodzakelijk vereischte. Bij deze werking gaat een deel van dien inhoud in de eicel over. Reeds voor dat de buis ontstond, is in den levenden inhoud der stuifmeelkorrel een deeling tot stand gekomen, waarbij een grootere helft, als vegetatief gedeelte, zich van een kleinere helft, als generatief gedeelte, gescheiden