Verreweg de meeste soorten van insekten vliegen 's nachts niet; overeenkomstig daarmede zijn verreweg de meeste soorten van bloemen 's nachts gesloten. 's Morgens, als de insekten beginnen te vliegen, openen zich de bloemen. Al naar gelang van het weer geschiedt dit vroeger of later. Op een warmen dag ontplooien de bloemen zich vroeg, de insekten zoeken er zoo spoedig mogelijk den honig in, elk beijvert zich om niet door andere den honig weggenomen te vinden, als hij in de bloem komt. Het gevolg is, dat op zulk een dag tegen den middag dikwijls reeds uit alle geopende bloemen de honig weggehaald is, en dat, tengevolge daarvan, het bezoek der insekten aan de bloemen steeds afneemt.
Het is bekend, dat verschillende soorten van planten zich op verschillende tijden van den dag openen. Zoover men dit punt tot nog toe onderzocht heeft, is gebleken, dat de oorzaak er van in de soort van insekt ligt, door welke de bloem bij voorkeur bestoven wordt, en in den tijd van den dag, waarop dit insekt vliegt. Zoo openen zich die bloemen, die door uiltjes bestoven worden, 's nachts, daar de uiltjes 's nachts vliegen. De Sphingiden of avondvlinders bestuiven voornamelijk zulke bloemen, die zich 's avonds openen en die, om andere insekten uit te sluiten, gedurende den geheelen dag gesloten waren.
Het feit, dat bij goed weer verschillende bloemen zich op verschillende uren van den dag openen en sluiten, en hierbij steeds vrij nauwkeurig hare bewegingen elk op dezelfde uren van den dag maken, was reeds lang bekend voordat men van de werkzaamheid der insekten in de bloemen en van de oorzaak van het bedoelde verschijnsel eenige voorstelling had.
De regelmatigheid, waarmede deze bewegingen op bepaalde tijden terugkeeren, gaf reeds aan Linnaeus aanleiding, hierop zijn bekend „Horologe van Flora" te bouwen. Sedert is zijn opgave door die van andere schrijvers gevolgd. Ik geloof wellicht aan sommigen mijner lezers een dienst te bewijzen, zoo ik hier het meest bekende Horologe van Flora, dat van De Candolle, in zijn geheel mededeel.