Pagina:HuygensCornelieDarwinMarx1901.djvu/123

Deze pagina is gevalideerd
 

VI.

"De burgerlijke productieverhoudingen zijn de laatste antagonistische vorm van het maatschappelijk productieproces, antagonistisch niet in den zin van individueel antagonisme, maar van een uit de maatschappelijke levensvoorwaarden der individuen opgroeiend antagonisme... Met deze maatschappij-formatie eindigt derhalve de vóórgeschiedenis der menschelijke samenlevingen." Aldus Marx.

Hij die in zijn formule aangaande "zijn" en "bewustzijn" in enkele woorden een levensleer uitbeeldde, gaf in een niet minder korte stelling weder zijn begrip van de ontwikkelingslijn, die eene zich aan het economisch antagonisme ontworsteld hebbende menschheid voor zich heeft.

Alleen reeds door de gansche cultuurperiode welke het menschdom tot dusverre doormaakte als vóórgeschiedenis aan te duiden, karakteriseerde bij het "zijn" en "bewustzijn" waartoe volgens de evolutionaire levensbeschouwing de menschsoort zich nog in de toekomst heeft op te werken, gaf hij aan, hoe het tijdperk dat wij, in tegenstelling met de oertijden van