Pagina:HuygensCornelieDarwinMarx1901.djvu/35

Deze pagina is gevalideerd

24

dat de trappen langs welke de ideologen zoo hoog opstegen, gebouwd werden met hun afgebeulde verminkte lichamen, dat zij met hun vrouwen en kinderen, slaven van het arbeidsproces, vormden als een levende pyramide, dienend aan anderen om te kunnen zich verbeelden in naïeven cultuurhoogmoed, dat eigen kracht hun vleugels had verleend, en dat de oorsprong van hun langzaam verworven cultuurbewustzijn niet kon aangewezen worden, zonder ontzettend lage materialistische neigingen te verraden.

En de bewoners van de vele tusschenverdiepingen hoorden natuurlijk ook wat die ééne man zeide, en weifelend wendden zij den blik beurtelings naar beneden en naar boven. Want hun stelling bracht mede, dat zij èn de wolken èn de aarde onderscheidden, derhalve konden loochenen noch het eene, noch het andere. Zoo kozen zij partij nu eens voor de wolkenmenschen, dan weder voor de aardemenschen, naarmate individuele neigingen of belangen of een min of meer zelfstandige denkensmogelijkheid hen bewoog.

* *
*

Zoo is de leer van Marx gegrond op de kennis der natuurwetten. En dat hij en Darwin, op de helft dezer eeuw, nagenoeg tezelfdertijd hun natuur-theoriën uitwerkten (Marx nog eenige jaren vroeger) is wel een bewijs, dat wetenschappelijke ontdekkingen ook natuurverschijnselen zijn, die, in verband met de geheele wereldontwikkeling, op zekere momenten van de geschiedenis in verschillende cultuurlanden te gelijk bij