45
voor de soort, en de beschutting doeltreffender maken, door de natuurlijke teeltkeus behouden en langzamerhand tot soorten bekrachtigd worden.
Evenzoo weten wij, dat op onbewoonde eilanden vogels zoo mak en onbevreesd zijn, dat men ze bijna met de hand kan vangen. Worden zulke eilanden later door menschen ontgonnen, dan doet zich het verschijnsel voor, dat het wantrouwen der vogels zich langzamerhand ontwikkelt, totdat zij in schuwheid de vogels in onze cultuurstreken gaan evenaren. Dat instinct van schuwheid door de omstandigheden bij eenige individuen ontstaan, is dus door de natuurlijke teeltkeus behouden (want alleen de meest schuwe exemplaren of variëteiten konden zich voortplanten) en tot een blijvend instinct geworden.
Zoo ook gaat Darwin in bijzonderheden na het instinct van de koekoek—die zooals men weet haar eieren niet in eigen nest legt en uitbroedt, maar vreemde nesten daarvoor kiest.
De oorzaak van die parasitische gewoonte heeft hij ontdekt. De koekoek legt haar eieren met groote tusschenpoozen, soms van twee dagen. Gesteld dat zij vier eieren legt, dan zou het eerste ei zeven dagen vroeger uitkomen dan het laatste. Dit zou haar noodzaken te blijven broeden, zonder in staat te zijn het eerste uitgekomen jong te voeden. Ook zouden die jongen van verschillenden leeftijd in hetzelfde nest zeer ten nadeele komen van de laatstgeborene en zwakste. Dientengevolge is het verworven instinct van de koekoek gunstig voor de soort, daar zij altijd een ei legt