Pagina:HuygensCornelieDarwinMarx1901.djvu/81

Deze pagina is gevalideerd

70

op een even onwrikbare overtuiging van eigen klassebestendigheid—een noodwendigen factor in den ontwikkelingsgang der geschiedenis. Vandaar dat, alle eeuwen door, elk dieper doordringen tot het wezen der dingen, elk nieuw zien en begrijpen, dat een omwenteling voorbereidde, tot zulke ontzettende worstelingen het sein gaf, met zooveel energie werd bestreden door hen, van wier tijdelijke, doch, volgens hun klassebewustzijn, altijddurende macht en voorrechten dat nieuw begrijpen het einde aantoonde.

In dien cultuurvorm openbaarde zich tot dusverre in de geschreven geschiedenis de werking der grondwettige natuurkrachten.

* *
*

De historische ontwikkeling, sedert de opkomst der cultuur, d.w.z. sedert het arbeidsproces als gevolmachtigde van de elementaire natuurkrachten zich openbaarde, berust derhalve op de vorderingen van onze kennis ten aanzien van de tallooze verschijningsvormen van de natuur, de voortdurende ontdekkingen van nieuwe productie- en omvormingsmiddelen, berust derhalve op de uitingen van het menschelijk intellect of vernuft, op wat—ondanks de onbewustheid der uitvinders aangaande de beteekenis en de gevolgen van hun arbeid—genoemd kan worden "geestelijke factoren", factoren zich, krachtens het menschelijk wezen en zijn, onmiddellijk omzettend in wat genoemd wordt "stoffelijke" dingen: technische middelen, werktuigen, scheikundige verbindingen, nieuwe aanwending van