88
plaats naar de totaal bezitloozen of loonarbeiders. En al moge vaak ook het omgekeerde geschieden, al mogen loonarbeiders wel eens tot kleine patroons of neringdoenden zich opwerken, zelfs honderden van dezulken in eene samenleving, laten de kapitalistische tendenz: centralisatie van kapitaal en bedrijf, en vermeerdering der bezitloozen, ongerept. Individueele gevallen, hoe talrijk ook, en tijdelijke reacties vermogen niet een natuurwet te niet te doen.
"De immanente wetten van de kapitalistische productie" veroorzaken tevens aanhoudende verschuivingen, ook van de middenklassen tot de loonklassen. Uit den z.g. middenstand, waar het geërfd bezit langzaam maar zeker verdwijnt, recruteert zich het intellectueel proletariaat, of het "geleerd proletariaat", meer en meer in loondienst tredend bij de groote kapitalistische ondernemingen, naamlooze vennootschappen enz. als directeuren, administrateuren, ingenieurs, technici, rechtsgeleerde adviseurs, beambten hoog en laag, evenzoo loondienst verrichtend aan de inrichtingen van onderwijs als onderwijzers, leeraren en hoogleeraren, of in de redactiebureaux der kapitalistische pers. Nog geeft dat intellectueel proletariaat—gedwongen dit om den broode te doen—zijn krachten, zijn arbeid aan het kapitaal, aan de van dat kapitaal rechtstreeks afhankelijke wetenschappelijke lichamen. Maar niettemin behooren de meesten feitelijk en ideëel: door hun geestelijke behoeften en aspiraties nu reeds tot de arbeidersklassen, tot de zich steeds uitbreidende bezitlooze massa, die massa verrijkend, niet alleen quantitatief,