140
ons hebben het in hun macht om zoo groot een dienst te bewijzen aan de natie als gij zult kunnen doen wanneer gij mijn dak verlaat, waaraan gij echter nog lang niet moet denken."
—"Wat zou ik bij mogelijkheid kunnen doen?" vroeg ik. "Misschien meent gij dat ik eenig beroep of eenige kunst of bepaalde bekwaamheid bezit. Ik verzeker u dat ik er in 't geheel geen heb. Ik heb nooit een cent in mijn leven verdiend of een uur gearbeid. Het eenige is, ik ben sterk en ik zou een gewoon werkman kunnen zijn maar meer niet."
— "Als dat de nuttigste taak was waaraan gij u in het belang van het algemeen kondt wijden, dan zoudt gij in dat bedrijf even zeer geacht worden als in alle andere," antwoordde Dr. Leete, "maar iets anders kunt gij zeker doen. Gij zijt natuurlijk de baas van al onze geschiedkenners in quaesties betreffende den socialen toestand van het laatste deel van de negentiende eeuw, voor ons een van de allerbelangrijkste tijdvakken van de historie, en als gij na eenigen tijd genoeg op de hoogte zijt van onze instellingen, en bereid zijt ons een en ander van de vroegere te leeren, zult gij een historischen leerstoel in een van onze scholen voor u beschikbaar vinden."
—"Heel goed! uitstekend," zeide ik, vrij wat verlicht door een zoo practisch voorstel aangaande een zaak die mij begon te hinderen. "Als de menschen werkelijk zooveel belang stellen in de negentiende eeuw, zal dat inderdaad een aangewezen betrekking voor mij wezen. Met iets anders geloof ik niet dat ik droog brood zou kunnen verdienen, maar voor dien post zou ik in alle bescheidenheid beweren eenige geschiktheid te bezitten."