157
noemen, in zoover als het schijnt te beteekenen dat wij ons voor beter houden dan gij. In uwe dagen werden meer dan negentien van de twintig misdaden, als hieronder verstaan wordt alle soorten van overtredingen, veroorzaakt door ongelijkheid van bezittingen; gebrek verleidde de armen, zucht naar grootere winsten of de begeerte om vroegere winsten te behouden, verleidden de welvarenden. Direct of indirect was de liefde tot geld, dat toen alle goede dingen beteekende, de drijfveer van al deze wandaden, de vloeiende bron van vergif, die door het geheele toestel van wetten, rechtbanken en politie nauwelijks belet kon worden uwe geheele beschaving te overstroomen. Toen wij de natie de eenige voogdes van al de schatten van de natie maakten, en allen een ruim bestaan verzekerden, door aan de eene zijde het gebrek uit te roeien en aan de andere de ophooping van rijkdom te voorkomen, hebben wij die bron dichtgeworpen. Wat de betrekkelijke kleine klasse van gewelddaden tegen personen aangaat, die niet met winzucht in verband staan, zij waren, zelfs in uw tijd, beperkt tot de onbeschaafde en dierlijke individuen, en in deze dagen, nu opvoeding en goede manieren niet langer in het uitsluitend bezit van enkele weinigen zijn, maar algemeen zijn verspreid, worden zulke gruwelen slechts zelden vernomen. U ziet nu waarom misdaad atavisme heet. Het is omdat bijna alle vormen van misdaad die bij u bekend waren, tegenwoordig geen reden van bestaan hebben, en als zij zich voordoen, enkel uit het weder ontbotten van oude kiemen te verklaren zijn. Gij waart gewoon menschen die stalen zonder redelijk motief, kleptomanen te noemen, en als het geval duidelijk was, vondt gij het verkeerd hen te straffen voor diefstal. Uwe houding tegenover den echten