174
meisjes vergeleek bij de jongelieden die ik in de scholen van de negentiende eeuw had gezien, deelde ik mijn vermoeden aan Dr. Leete mede. Hij luisterde zeer aandachtig naar hetgeen ik hem vertelde.
—"Uw getuigenis," zeide hij, "is onwaardeerbaar. Wij gelooven wel dat er zulk een vooruitgang is, maar natuurlijk konden wij dat niet bewijzen. Het is een staaltje van de éenige positie die gij hier inneemt, dat gij alleen met gezag over zulke dingen zult kunnen spreken. Uwe meening, als zij bekend wordt, zal ongetwijfeld veel opzien baren. Overigens zou het vreemd zijn als het geslacht geen verbetering vertoonde. In uw tijd verzwakte de rijkdom éene klasse door leegheid van ziel en lichaam, terwijl armoede de levenskracht van de massa's uitputte door te zwaren arbeid, slecht voedsel en ongezonde woningen.
"De arbeid die van kinderen en vrouwen gevergd werd, bedierf de kiemen zelf van het leven. In plaats van die onheilkweekende omstandigheden genieten allen thans de gunstigste voorwaarden van lichamelijk welzijn; de kinderen worden zorgvuldig gevoed en verpleegd; de arbeid die van allen gevergd wordt, is beperkt tot het tijdvak van de grootste lichaamskracht en is nooit overstelpend; zorg voor zich zelf of voor zijn gezin, ongerustheid voor het bestaan, de afmatting van den eindeloozen strijd om het leven—al die invloeden die vroeger zoo vele malen van vrouwen en van mannen lichaam en ziel knakten, zijn nu zonder eenige kracht. Zeker, een physieke verbetering moest het gevolg zijn. In bepaalde gevallen weten wij inderdaad dat zulk een verbetering plaats gevonden heeft. Krankzinnigheid, bijvoorbeeld, die in de negentiende eeuw zulk een algemeen verschijnsel