Pagina:In Het Jaar 2000 (Bellamy1890).djvu/205

Deze pagina is proefgelezen

197

zijn geweest; nog erger door de omstandigheid dat het geheim dateerde van voor onze kennismaking. En toch was zij zoo beminnelijk en ik zou geen jongmensch met gezond verstand zijn geweest, als ik in staat geweest ware dien nacht mijne droomen te ontdoen van een rooskleurig waas.

 


 

HOOFDSTUK XXIV.

 

 

Ik ging 's morgens vroeg naar beneden in de hoop Edith alleen te vinden. Hierin werd ik echter teleurgesteld. Haar niet ziende in het huis, zocht ik haar in den tuin, maar zij was daar niet. Ik daalde af in de onderaardsche kamer en ging even zitten rusten. Op de leestafel lagen verscheidene tijdschriften en couranten, en denkende dat Dr. Leete het aardig zou vinden een Bostonsch dagblad van 1887 in te kijken, nam ik er een mede naar boven. Aan het ontbijt ontmoette ik Edith. Zij bloosde toen zij mij begroette, maar was zich zelf volkomen meester. Terwijl wij aan tafel zaten, las Dr. Leete in de courant die ik hem gegeven had. Er stond, evenals in alle bladen uit dien tijd, veel in over de arbeidsquaestie, werkstakingen, verwijdering van werklieden, boycotten, de programma's van arbeiders-partijen en de wilde dreigementen van de anarchisten.

—"Apropos," zeide ik, toen de dokter ons eenige van die zaken voorlas, "welk aandeel namen de volgelingen van de roode vlag in de vestiging van de nieuwe orde van zaken? Zij maakten nog al leven in mijn tijd."

"Zij hadden er niets mede te maken dan alleen om