221
dat gij zoudt verheven blijven boven het peil van uwe voorvaderen?
"Twee of drie eeuwen geleden werd een daad van barbaarschheid in Indië bedreven, die, schoon het aantal menschenlevens dat verloren ging, slechts enkele twintigtallen bedroeg, vergezeld was van zulke bijzondere gruwelen dat de heugenis wel nooit zal sterven. Een aantal Engelsche gevangenen werd opgesloten in een vertrek dat niet genoeg lucht bevatte om een tiende deel er van in het leven te houden. Deze ongelukkigen waren dappere mannen; vertrouwde kameraden in den dienst; maar, toen de pijniging van den verstikkingsdood hen overviel, vergaten zij al het overige en er ontstond eene afzichtelijke worsteling, ieder voor zich en met alle anderen, om zich een weg te banen naar een van de smalle vensters in de gevangenis waar het alleen mogelijk was adem te halen.
"Het was een gevecht waarin mannen beesten werden en het verhaal van zijne verschrikkingen door de weinige overblijvers heeft onze voorvaders zoo ontzet dat wij het eene eeuw later in hunne boeken aantreffen als een klassiek bewijs voor de mogelijke uitersten van de menschelijke natuur, zoo heftig in hare ruwheid, lichamelijk en zedelijk beide. Zij konden niet hebben voorzien dat het Zwarte Gat te Calcutta, met zijn gedrang van waanzinnig geworden mannen, die elkander verscheurden en vertrapten in den strijd om een plaatsje te veroveren bij de luchtgaten, voor ons een treffend beeld zou schijnen van de samenleving in hun eeuw. Er ontbrak iets aan om een volledig beeld te wezen, want in het Zwarte Gat bevonden zich geen kleine kinderen, geen zwakke vrouwen en geen oude mannen of gebrekkigen. Zij wa-