Pagina:In Het Jaar 2000 (Bellamy1890).djvu/27

Deze pagina is proefgelezen

19

—"Hoe gevoelt gij u?" vroeg hij.

—"Waar ben ik?" zeide ik.

—"U is in mijn huis," was het antwoord.

—"Hoe kwam ik hier?"

—"Daar zullen wij over spreken als gij sterker zijt. Wees ondertusschen niet ongerust. U bent onder vrienden en in goede handen. Hoe voelt gij u?"

—"Een beetje raar," antwoordde ik, "maar ik geloof dat ik heel wel ben. Wilt gij mij zeggen hoe het komt dat ik gastvrijheid aan u schuldig ben? Wat is er met mij meer gebeurd? Hoe kwam ik hier? Ik ben gaan slapen in mijn eigen huis."

—"Er zal later tijd genoeg zijn voor uitlegging," hervatte mijn onbekende gastheer met een geruststellenden glimlach. "Het zal beter zijn om opwindende gesprekken te vermijden tot gij u zelf meer meester zijt. Wilt gij zoo goed zijn een paar slokken te nemen van dit mengsel? Het zal u goed doen. Ik ben dokter."

Ik wees het glas met mijn hand terug en ging rechtop in bed zitten, ofschoon met moeite, want ik was zonderling licht in het hoofd.

—"Ik sta er op onmiddellijk te weten waar ik ben en wat gij met mij uitgevoerd hebt," zeide ik.

—"Mijn waarde heer," antwoordde mijn gastheer, "laat mij u verzoeken u niet op te winden. Ik had liever dat gij niet zoo spoedig naar inlichtingen verlangdet, maar als gij wilt, zal ik beproeven u tevreden te stellen, als gij eerst dezen dronk neemt die u eenigszins zal versterken."

Ik dronk nu wat hij mij aanbood. Toen zeide hij: "het is niet zoo'n eenvoudige zaak als gij blijkbaar onderstelt, om u te zeggen hoe gij hier gekomen bent. Gij kunt mij op dat punt evenveel licht geven als ik u. Gij zijt zoo