79
HOOFDSTUK X.
—"Nu ik u onze manier van koopen zal uitleggen," zeide mijne begeleidster, toen wij op straat waren, "moet gij mij de uwe vertellen. Ik heb dat nooit kunnen begrijpen, na alles wat ik er over gelezen heb. Bijvoorbeeld, toen gij zoo'n groot getal winkels hadt, elk met zijn verschillenden voorraad, hoe kon dan iemand ooit een keus doen voordat zij alle winkels had bezocht; want eerder kon men toch niet weten wat er te kiezen viel."
—"Zoo was het ook," antwoordde ik, "dat was het eenige middel."
—"Nu, vader noemt mij een onvermoeide koopster, maar ik zou gauw moe zijn als ik ook zoo moest doen," zeide Edith lachende.
—"Het tijdverlies," ging ik voort, "door winkel in, winkel uit te gaan, werd dan ook door de dames heel erg gevonden; maar voor de dames van de nietsdoende klasse, ofschoon zij er ook over klaagden, voor hen was het, geloof ik, eerder een uitkomst om den tijd zoek te brengen."
—"Maar aangenomen dat er duizend winkels in een stad waren, honderden misschien, van dezelfde soort, hoe kon iemand die den meesten tijd had nog gelegenheid vinden om overal te gaan?"
—"Zij konden natuurlijk niet werkelijk overal gaan," antwoordde ik. "Zij die veel kochten wisten ten slotte wel waar zij konden vinden wat zij noodig hadden. Deze klasse van personen hadden zich toegelegd op de wetenschap van de winkels en deden voordeelige inkoopen, zij kregen