't Was haar de moeite niet waard, zich boos te maken.
Want spoedig bemerkte ze, dat hare persoonlijkheid geheel buiten spel werd gelaten. Men lachte over haar scherpe uitvallen, en als zij spotte met de hoogste en meest gevierde autoriteiten, luisterde men naar haar als naar het doorslaan van een blinden vink.
Toen zij zich dus niet meer met dien strijd wilde bemoeien, zocht zij het gezelschap harer neven en hunne geestverwanten, voerde lichtzinnige gesprekken, en bezocht trouw de kleine gezelschappen, — „in politieken zin kleurloos", — waarin men danste en champagne dronk op eene wijze, die de ouderen van dagen het hoofd deed schudden, maar die ze toch niet verhinderden. — In zulke veelbewogen tijden kon men waarlijk niet op alles passen.
Maar gelukkig was Gabriëlle niet; zij gevoelde het niet alleen, maar ze was ook verstandig genoeg om het te begrijpen, dat de strijd waaruit de mannen haar zoo laaghartig hadden verdreven, niet bloot een politieke strijd was — zooals men beweerde — een strijd die de kleine juffrouw Pram niet paste. Het gold haar eigen