162
eigenaardigheden ontzien, of althans schijnbaar onopgemerkt laten voorbijgaan.
„Het komt er maar op aan, in hoeverre men zelf sympathie gevoelt met zulk eene levensbeschouwing," antwoordde de predikant kortaf.
„Maar, vader! — gij gelooft toch niet, — het is toch onmogelijk dat gij een oogenblik aan mij zoudt kunnen twijfelen?"
„Andere tijden, andere menschen; gij zijt nog jong — jeugd en verandering passen te zamen."
„O, hoe kùnt ge mij zoo krenken?" — riep Johannes bedroefd: — „gelooft ge, dat ik in staat zou zijn te zwichten. — "
„Zwichten is het woord niet — dat is niet de leus van den tegenwoordigen tijd; maar de tijdgeest brengt mee, alles op een akkoordje te gooien, van beide wallen te eten. Er is evenwel een ander woord, mijn zoon, en wij ouden hebben steeds grooten lust, om de jonge theologen er aan te herinneren. Luister: Er staat geschreven: „hij die niet voor mij is, is tegen mij! „Het klinkt zoo schoon: „humaan zijn" „sympathie," „begrijpen!" maar christelijk — christelijk gesproken, passend voor eenen volgeling van Jezus! — neen, en