Pagina:In de sneeuw.djvu/215

Deze pagina is gevalideerd

213

schoondochter, die zij slechts twee dagen hadden bezeten. Mevrouw Jürges dacht geenszins, dat Johannes haar weer mee zou brengen — dit was niet van Gabriëlle te verwachten, — en eerlijk gesproken, Mevrouw Jürges wenschte het ook niet; — zij was geen vrouw voor Johannes. Maar hoe zouden de dorpelingen „het opnemen", dat het meisje van den kandidaat, den eersten paaschavond, in storm en sneeuw, de pastorie had verlaten en zich naar de woning van den ouden Olsen had begeven? — Als het nog naar den burgemeester was geweest.....!

Mevrouw Jürges had Gabriëlle's ring van onder de lamp weggenomen: zij stond nu, half ontkleed, in beschouwing van dat kleinood verdiept. En zonder het zich recht bewust te zijn, ruischte de muziek van dien middag haar weer door de ziel; de muziek, in hare herinnering zoo onafscheidelijk verbonden aan de jonge vrouw, wie die ring had toebehoord.

Eerst nú — terwijl zij daar zoo stond, — kwam nevelachtig de gedachte in haar op, dat hetgeen zij vandaag had doorleefd, een spiegelbeeld was geweest, — een „zwak afschijnsel" — van „iets," dat diep en vergeten in hare ziel