29
pastorie had laten vellen, om het der gemeente gemakkelijk te maken." Dat er iets "achter stak" was buiten kijf. De oude Basse had nooit zóo iets gezegd, en de oude Basse was toch ook niet dom. Het zekerste en verstandigste was dus, zich strikt aan de woorden der wet te houden.
Het kwam niet in hen op te denken, dat dominé ook op andere wijze minder prettige gevolgen van zijne handelwijs kon ondervinden; dat een predikant zou kunnen worden vervolgd, wegens het op onwettige wijze vellen van boomen — 't was te belachelijk om er bij stil te staan.
De armen! zij hadden zoo dikwijls de wet, als met blindheid geslagen, personen en zaken zien voorbijgaan, die, naar een gewoon menschenverstand, door een ieder moesten worden gezien, terwijl zij, integendeel, zich met al haar afschuwelijke haken vastklemde als aan schuldigen en boozen, waar niemand eenig spoor van misdrijf kon ontdekken.
Ook kenden ze tamelijk goed de advocaten, die steeds in elkanders gezelschap aankwamen, in overleg met elkaar handelden en toch den ganschen voormiddag comedie speelden met