en wel de schoonste der jonge dames, die als sterren schitterden in het gezelschapsleven der stad.
En nu stond hij aan den ingang van een eervolle, gezegende loopbaan. Hij had slechts naar eene hem passende standplaats in de hoofdstad of hare nabijheid te wijzen, om zich te zien aangesteld, waarna hij, zoo spoedig als dit zonder àl te groot opzien te baren mogelijk was, zou kunnen stijgen naar ambten, die hem niet alleen alles boden, wat het leven aan zijn meest begunstigden kan verschaffen, maar die daarenboven aan het heilig gezag, dat zij verzekeren, een rust en vrede doen samengaan „boven alle verstand.“
Hij was als geschapen om predikant in de hoofdstad te zijn. Dit had men hem altijd verzekerd. Zijne gestalte was wèlgemaakt en zou met der tijd statig worden, zijne stem krachtig en welluidend, en hij vereenigde in zich het eigenaardig aantrekkelijke van den man van-de-wereld, met de zachtmoedige hoogheid van een dienaar des Heeren.
Maar de candidaat Jürges was er de man niet naar om zachtkens den levensstroom te