82
des lichts; maar ik voel behoefte mijne schuld ook voor u te belijden, opdat gij mij zult kunnen raden en helpen in deze zaak, want ofschoon ik tot mijne verontschuldiging zou kunnen aanvoeren, dat het oogenblik niet geschikt was, om zulk eene ernstige zaak grondig te bespreken, — Mevrouw Pram hield reeds met het rijtuig stil — zoo moet ik nu toch kiezen vóor ik Gabriëlle ontmoet.
Zal ik haar kort en goed mijn besluit, om toch predikant te worden, meêdeelen, en hierdoor misschien eene ontstemming teweegbrengen die nu, in het eerste morgenlicht onzer liefde, als een nachtvorst alle jeugdige spruitjes zal vernietigen, en waardoor ik het geluk zal verspelen waarnaar ik haak uit het diepste mijner ziel, en dat ik nu zóo nabij ben?
0, gave God, dat gij bij mij waart, Vader! gij, wiens raad en leiding ik zoo moeielijk kan ontberen, en zonder wiens dierbare toestemming ik tot hiertoe nooit een gewichtigen stap in het leven heb gedaan. In deze onzekerheid ben ik eindelijk besloten, met het nemen van een besluit te wachten, tot ik antwoord van u zal hebben ontvangen. Zóoals gij mij zult raden,