Pagina:Invoering Landsvlag, -Volkslied en benaming West-Papoea (10 november 1961).pdf/2

Deze pagina is proefgelezen

Om tot verwezenlijking van deze verlangens te geraken wendde het Nationaal Comité zich tot de Nieuw-Guinea Raad, die in zijn vergadering van 30 oktober met algemene stemmen besloot dit spontaan opgekomen inheems initiatief tot het zijne te maken en in een adres aan de Gouverneur om wettelijke adoptie door het Gouvernement van de eigen symbolen en benamingen verzocht.


Nadat hierop bij monde van de Gemachtigde voor Algemene Zaken was geantwoord dat de voorstellen alleszins aanvaardbaar werden geacht en dat, gelet op het karakter daarvan, naar het oordeel van de Gouverneur voor verwezenlijking, voor wat betreft Landsvlag en volkslied, het volgen van de bij art. 111 e van de Bewindsregeling aangewezen weg, de voorkeur zou verdienen, diende de Raad de beide initiatief-ordonnanties in die, de Raad van Diensthoofden gehoord, inmiddels zijn vast- gesteld.


De tekst van de ordonnanties en het besluit h.a.m. behoeft naar het voorkomt slechts op een enkel punt toelichting.

Landsvlag De aard van de kleuren van de Landsvlag zal alsnog bij beschikking van de Gouverneur worden vastgesteld. Het ligt in de bedoeling kleuren voor te schrijven, identiek aan die van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden. Voor de afmetingen van de Landsvlag zal het nodig zijn aanpassing te zoeken aan het bestaande gebruik; zij dienen gelijk te zijn aan die van de Nederlandse vlag, naast welke de Landsvlag wordt gevoerd.


Richtlijnen voor het gebruik van de Nederlandse en de Landsvlag.

De invoering van de Landsvlag maakt het noodzakelijk de voorschriften voor het gebruik van de Nederlandse en de Landsvlag te herzien en als volgt vast te stellen.

1.(1) De Residenten zullen dagelijks van zonsopgang tot zonsondergang de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden van of bij hun ambtswoning doen waaien, tenzij de betrokken functionaris van zijn standplaats afwezig is.
(2) De Hoofden ven onderafdelingen zullen op zon--, feest- en rouwdagen van zonsopgang tot zonsondergang van of bij

hun woning de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden doen waaien, tenzij de betrokken functionaris van zijn standplaats afwezig is.}}

(3) De Hoofden van districten zullen op zon-, feest- en rouwdagen van zonsopgang tot zonsondergang van of bij

hun woning de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden de landsvlag van Nederlands-Nieuw-Guinea doen waaien, tenzij de betrokken functionaris van zijn standplaats afwezig is.

2. Van of bij de kantoren van de Residenten, de Hoofden van onderafdelingen en van districten alsmede aan de vlagge-masten op de kazerneterreinen der Algemene Politie zullen