Enige met voorgaande richtlijnen strijdige tot dusver geldende
bepalingen zijn ingetrokken bij het besluit nr. 368 van
18 november 1961
De achtergrond voor het/blijven voeren van de Nederlandse
vlag door gezagdragende ambtenaren en van overheidskantoren
is de overweging dat zo lang de huidige status van Nederlands-Nieuw-Guinee als een gebied dat deel uitmaakt van het
Koninkrijk en onder Nederlands gezag staat gehandhaafd is,
de Nederlandse vlag niet door een Landsvlag kan worden vervangen.
Geen voorschriften zijn gegeven voor het vlaggen bij gelegenheden als een bezoek van de Gouverneur, of wegens plaatselijke gebeurtenissen, waaronder lokaal of dienstgewijze rouwbetoon. De hierbij te volgen praktijk kan naar het voorkomt zonder bezwaar aan het bestaande gebruik en plaatselijk beleid worden overgelaten.
Volkslied
Inzake het Volkslied is bepaald dat een ieder bij het ten gehore brengen daarvan is gehouden de ten aanzien van een volkslied passende eerbied te betonen.
Het "Hai Tanahku Papua" dient bij officiële gelegenheden ten gehore te worden gebracht dadelijk na het wilhelmus. Bij het aanhoren van het Volkslied dient steeds op gelijke wijze eerbied te worden betoond als gebruikelijk is ten opzichte van het Nederlandse volkslied.
Ten aanzien van de vraag of het Volkslied steeds volledig (alle zeven coupletten) ten gehore dient te worden gebracht, dan wel slechts een of enkele coupletten daarvan, zal zich waarschijnlijk een praktijk ontwikkelen, waarop op dit moment bij voorkeur niet met enige aanwijzing wordt vooruitgelopen.
Benaming "West-Papoea"
Aangezien de benaming "Nederlands-Nieuw-Guinea" in de wetgeving is vastgelegd zal de invoering van de voorgestelde nieuwe benaming "West-Papoea" een wettelijke voorziening vereisen. De vraag, op welke wijze een en ander zou kunnen worden geregeld, is momenteel in studie. Vooruitlopende op het resultaat van dit onderzoek en eventuele nader te tref-