Pagina:Jacob Daalder-Vogelkiekjes (1910).pdf/130

Deze pagina is gevalideerd

122

dat het trekken klaarblijkelijk niet ieder jaar langs dezelfde wegen plaats heeft, wat trouwens met meer vogelsoorten het geval is.

Bij geen enkele vogelsoort komt zeker zooveel gedeeltelijk albinisme voor, als bij de Beflijsters. Soms bestaat het in maar enkele witte veertjes, en ook ziet men ze met groote witte vlekken.

Slechts eenmaal is er in ons land gevangen een exemplaar van Turdus obscurus Gmel of Vale lijster, aldus genaamd naar het vederkleed, en wel in 1843. Die soort kunnen we dus eigenlijk niet tot onze avifauna rekenen. Zij behoort thuis in Oost-Siberië, waar ze ook hare broedplaatsen heeft.

En hiermede zeggen we den vogelvanger dank voor de geboden gelegenheid. Voor de lieve lijsters is het wel te wenschen, dat de nieuwe vogelwet spoedig in het Staatsblad komt. Want dan zal het vermoorden van lijsters op groote schaal wel wat verminderen, zoo niet geheel ophouden.

 

 

XXXVII.


Bij de Futen.

Kom eens hier, achter den dijk, en gluur behoedzaam over de kruin in dien plas met riet begroeid. Ge kunt dan een vogelfamilie waarnemen, die zich niet steeds gemakkelijk bespieden laat. 't Zijn futen en wel van de kleinste soort, die Dodaars (Podiseps fluviatilis [Tunst])