Pagina:Jacob Daalder-Vogelkiekjes (1910).pdf/137

Deze pagina is gevalideerd

129

maal wit, op de vleugelpennen na, die zwart zijn. Hoe is het mogelijk, dat in het tweede jaar op zoo'n vogel weer heel anders gekleurde vederen kunnen voorkomen, dan voor den volwassen leeftijd? Zeker een moeilijk te beantwoorden vraag, die zich bij tal van vogelsoorten voordoet.

En nu weten we, dat er ook in Nederland pelikanen voorkomen, en dat het echte vischverslinders zijn, die wel niet spoedig bij de menschelijke vischvangers in een goed blaadje zullen komen. De concurrentie is te scherp. Toch is een weinig clementie hier en daar wel noodig.

 

 

XXXIX.


Rietacrobaten.


Veel regenlooze dagen heeft 1909 niet gegeven. Maar er zijn er toch geweest, zoowel in Bloeimaand als in Midzomer. En op zoo'n mooien Meiochtend was het verrukkelijk in de oude eendenkooi, waarvan het vervallen zwed met oud en nieuw riet begroeid was. Het zonnegoud tooverde de dauwdroppels op jeugdig groen om in schitterende parels; de koekoek sloeg en boschduiven en tortels koerden blijde. Een natuurpaleisje had ik gevonden onder bramen en kamperfoelies met geurend jeugdig groen. 't Was een uitgezocht plekje om te bespieden, zonder gezien te worden.

Tusschen het riet in het oude zwed zag ik gedurig meerkoeten en waterhoenders, waarvan het wit en rood