Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/135

Deze pagina is niet proefgelezen

131

aangenomen, van de anti-liberalistische beweging de leiding gekregen hebben zou. In deze jaren van overgang, nog vóór de burgerlijk liberale oppositie de staatsmacht heeft veroverd, begint de organisatie der anti-revolutionairen zich te kristalliseeren. De reaktionaire frakties van de bezittende klassen: grootgrondbezit en adel (dikwijls, maar niet noodzakelijk, in de personen hunner dragers samenvallend) zetten zich schrap tegen de beginselen en eischen der opkomende bourgeoisie. De vrijheid van handel, de uitbreiding van verkeer, de moderniseering van het land die deze in haar schild voert, mishaagt hun. Zij willen het provincialisme en partikularisme handhaven waar het nog bestaat, herstellen waar het sedert 1794 is verdwenen. Zij willen de scheiding der natie in vaste, erfelijke standen, weer invoeren; zij gaan uit van het goddelijk recht der overheid, en verlangen herstel der verbinding tusschen kerk en staat, met het doel aan de de kerk vasten en overwegenden invloed te verzekeren in wereldsche zaken. Onder de namen, die wij in de jaren van konsolidatie en kristallisatie der anti-revolutionaire partij telkens ontmoeten[1]: bij de bijeenkomsten der Christelijke vrienden, bij den strijd voor het Christelijk onderwijs in het tijdvak '42–'47, enz., behooren vele aan adelijke groot-grondbezitters. Dit bewijst, hoe de anti-revolutionaire partij is aristokratisch van oorsprong, reaktionair tot in den wortel, hoe van haar ontstaan af een niet talrijke maatschappelijke fraktie met feudale neigingen de kleine burgerij heeft weten aan zich


  1. o.a. Mr. H.D. Hooft Graafland; H.M. Labouchere; Mr. A. Baron Mackay van Ophemert; Mr. G.H. de Marez Oyens; Mr. van Reede Ondshoorn: Mr. P.J. Teding van Berkhout; Jhr. Mr. D.J. Elout van Soeterwoude; Jhr. M. Bichon van IJsselmonde; W. baron van Lijnden; Jhr. Mr. J.J.L. van den Brugghen, enz. Onder de dominés zijn de meest bekenden: Beets, Hazebroek, E.A. Zubli, Heldring, enz.