136
spanning en onbehagelijkheid onder de hoogere standen daardoor teweeggebracht, ondermijnde de vitaliteit van het konservatisme en bereidde den bodem tot de plotselinge omkeer van 1848.[1]
De liberale partij kon, in het staatkundige, niet met kracht en klem door de anti-revolutionairen bestreden worden, eer zij haar beginselen en begeerten in daden omzette. Van 1813 tot 48 had de staat berust op een kompromis van verschillende machten. Ofschoon voor de anti-revolutionairen het Kaïns-teeken der omwenteling op het voorhoofd dragend[2] was hij voor '48 niet zuiver-burgerlijk. Maar nog geen vijf jaar was de middelklasse heerschende klasse, of de houding van hare groot-waardigheidsbekleeders in zake de kwestie der bisdommen, de hautaine onverschilligheid voor de volksvooroordeelen van den dorren jurist Thorbecke vooral, bracht de anti-revolutionairen de gewenschte gelegenheid, zich te wikkelen in de vlag der nationale gezindheid. Gisteren nog "vreemdelingen in het vaderland, dat zij vuriglijk dienden"[3] beschouwd, uit gekreten als obscurantisten, voor wie de groote liberale partij de schouders ophaalde en op wie zij "la mort sans phrase" toepaste[4] werden zij door de Aprilbeweging[5] in één maand van sekte partij, dwongen het
- ↑ a. v. "In het algemeen kan men zeggen, dat de vraag "wat eischt de welvaart", in vele opzichten de politieke vraag beheerschte en tot de aanneming der grondwet heeft medegewerkt". V, bl. 375.
- ↑ De Restauratie noemt Groen "de omwenteling voortgezet onder monarchale firma".
- ↑ Vos, bl. 313.
- ↑ Vos, bl. 352.
- ↑ De Aprilbeweging was een sterke agitatie, gevoerd tegen de erkenning der pauselijke brève, die in Maart '55 de katholieke organisatie van 1559 voor Nederland weder invoerde, de oude bisdommen herstelde, enz. Groen, en de professoren Doedes en v. Oosterzee, waren van deze agitatie de voornaamste intellektueele aanvoerders. De Utrechtsche kerkeraad gaf het sein tot een adresbeweging op groote schaal, De geheele agitatie was voor de anti-revolutionairen buitengewoon voordeelig, en voerde hun vele rekruten toe onder hen die het protestantisme in Nederland bedreigd achtten.