Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/151

Deze pagina is niet proefgelezen

147

De tweede omstandigheid was de Fransch-Duitsche oorlog van '70–'71, die de weegschaal der politieke macht van Frankrijk naar het Duitsche rijk deed overslaan, Duitschland een hooge oorlogsschatting en twee rijke provincies verschafte en het de eenheid gaf, die het in staat stelde al zijne hulpbronnen oneindig beter aan te wenden dan daarvoor. Dit alles gaf den stoot tot de verbazende snelle toename der Duitsche groot-industrie, die ook op naburige landen terugwerkte. Voor een groot deel van het enorm toenemende goederenvervoer naar en van Duitschland liep de natuurlijke weg voortaan over Nederland.

Deze twee omstandigheden voornamelijk hebben tot de snelle ontwikkeling van het koloniale- en het handelskapitaal in Nederland in de laatste dertig jaar geleid. Het spreekt van zelf, dat het gebruik maken van deze omstandigheden veronderstelt een zekere mate van kapitalistische rijpheid, die b.v. het Nederland der dertiger en veertiger jaren nog niet bezat. Om een nationaal groot-kapitalisme te grondvesten, hetzij op eigen bodem of in de koloniale bezittingen, is het noodig niet alleen geldkapitaal te bezitten, maar ook kapitalistische ondernemingszucht, havens, binnenlandsche en overzeesche verbindingen, geschikt de waren aan te brengen, veilig op te vangen en snel verder te voeren; is noodig ook een talrijk technisch en zaakkundig intellekt. Op een volk, nog geheel op voorkapitalistische wijze produceerend, kan wel door toevallige omstandigheden, als de ontdekking van delfstoffen b.v., een uitheemsch kapitalisme worden geënt, maar het kan niet zelf plotseling een nationaal kapitalisme voortbrengen. Maar in Nederland was de moderne bourgeoisie voldoende gerijpt, om over de noodige