Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/18

Deze pagina is proefgelezen

14

tevredenheid in Holland; de revolutionaire brandstof, de onzekerheid, het kapitaal-verlies en de ellende die in tijden van oorlog of krisis, de staatkundige ontevredenheid voeden en den latenten klassenstrijd doen oplaaien, ontbrak nog.[1]

Toen kwam de Engelsche oorlog van 1780, die de behagelijkheid van den rijken rentenier den eersten knak gaf.

De staatkunde van Amsterdam, dat niet alleen ter wille zijner direkte handels-belangen door wilde gaan, de opgestane Amerikaansche koloniën van oorlogsbehoeften, als timmerhout voor schepen, te voorzien, maar verwachtte dat, door de vrijwording der koloniën, Engeland's handel voor goed geknakt zou worden, zijn staatkundige invloed in Europa verdwijnen[2]—de staatkunde van trotseeren van Engeland, aansluiting bij Frankrijk, eindigde met over die der meer Engelschgezinde overige Staten van Holland te zegevieren. Ten slotte gaf de ontdekking van het geheimontwerp van handel en vriendschap tusschen Amsterdam en de Ver. Staten—door Laurens in zee geworpen, door de Engelschen weer opgevischt—tot de lang dreigende oorlogsverklaring van Engelsche zijde den laatsten stoot. Zij volgde, nog eer de beraadslagingen met de Noordsche mogendheden over onze toetreding tot de "gewapende onzijdigheid", succes hadden gehad. En nu zag 't er treurig uit voor de Republiek. Beide partijen te vriend te houden, d.w.z. aan beide van uit een neutraal-voordeelig hoekje te verdienen, was wat, behalve het fel anti-Engelsche


  1. de Bosch Kemper, Staatkundige geschiedenis van Nederland.
  2. Beaufort, R.M. van Goens, Gids 1898. (de Beaufort, Willem Hendrik (1878) - 'Ryklof Michael van Goens,' in De Gids (jaargang 42), p. 313; Wikisource-ed.) aangehaald bij Dr. D.C. Nijhof, Staatkundige geschiedenis van Nederland. (Nijhoff, Dirk Christiaan (1893) — Staatkundige Geschiedenis van Nederland (deel 2), p. 225; Wikisource-ed.)