19
te gebruiken, het liet de zilverlingen rammelen, en beloofde hun in zijn gedrukte "vermaning" verdubbelde soldij in de toekomst, zoo zij zich onder "de banieren der vrijheid" begaven.
Zoo kwam de omwenteling van buiten af, in vreemde vormen, door vreemde kracht, en als resultaat der verovering. De Franschen brachten de vrijheid en gelijkheid, d.w.z. zij brachten ook voor Nederland met den—tijdelijken—val van den aristokratischen regeeringsvorm, voor goed het einde van het partikularisme, de levenvoorwaarden voor den modernen, gecentraliseerden, burgerlijken staat. Maar zij brachten niet het geluk, het einde van honger en nood voor het arme opgewonden proletariaat, dat hen inbaalde en als dol danste om de vrijheids-boomen, het volk dat Gogel aan de Fransche representanten had beschreven als te zijn "altijd gezind den sterkste bij te vallen; zeer geneigd tot plunderen en sterken drank, rumoerig wanneer het in opstand komt, maar sidderend bij 't gezicht der bajonnetten of voor een paar ellendige deurwaarders; tot tegenspraak geneigd, maar weinig ontwikkeld" .... En zij plantten hier niet over de lang-ademige geestdrift die in Frankrijk bourgeoisie proletariaat en boeren had vereenigd in den strijd tegen een ondragelijk régime van uitbuiting en tyrannie, tegen de parasieten die Frankrijks beste sappen verteerden en geen maatschappelijke funksie meer te vervullen hadden: het absolutisme en het feudaal en kerkelijk grondbezit. Tusschen het régime der Republiek vóór 1795, en het ancien régime in Frankrijk, bestond, bij misschien meer overeenkomst dan verschil, niet wat de vormen, maar wat het wezen aangaat; toch dit eene belangrijke, dat ginds het