30
de overzeesche; ook die der Hollandsche koloniën die het "in bewaring" genomen had. Toen de vrede gesloten en de koloniën teruggegeven waren bleek deze ekonomische verovering van langer duur en grooter waarde dan alle politieke van Napoleon. Engeland had de Indische markt voor textiel-goederen in handen gekregen, en bleef er lange jaren meester. En nu toonde zich, dat wie de industrie miste, ook den handel niet behouden kon: Engeland maakte zulke groote winsten bij den uitvoer zijner industrie-produkten, dat het op de "retouren", toeleggen kon. Het verkocht de koloniale waren, in Ned. koloniën gehaald, tegen prijzen waarop de Nederlandsche koopman verlies maakte. Koloniaal bezit en kolonialen handel hadden opgehouden op zichzelven een goudmijn te zijn.
Dit was het ekonomisch resultaat der revolutiejaren voor Nederland. Het verderf had lang gedreigd maar de snelle ontwikkeling van een revolutionairen tijd bespoedigde het.
De wereld, waarin de Hollandsche koopman na een lange nachtmerrie in 1815 ontwaakte, was een vreemde wereld voor hem. Hij had den prins zien gaan en de Franschen zien komen, en zij waren armoe-zaaiers geweest. Hij had onder al de afwisselende vormen van bestuur, den finantieelen toestand zien verslechteren en zijn vermogen verslinken. Een ondragelijke overheersching had zijn beurs geledigd, hem geplaagd en bespied tot in zijn huis. Maar dat was voorbij, en Oranje terug en met hem 't oude. Er was nu geen prins maar een koning, en ook een grondwet; maar de oude regenten van vóór '95 hadden haar gemaakt en de patriciers haar aangenomen. En er mocht weer begraven