40
verschijnsel van het, voorloopig nog alleen voor de textiel-industrie, beginnend industrieel kapitalisme. Het industrieel proletariaat ontwaakte kort na zijn geboorte tot instinkt van verzet: brandstichting, diefstal en vernieling van machinerie waren de eerste uitingen van den klassenstrijd tusschen proletariaat en bourgeoisie.
Maar in Nederland had de revolutionaire tijd wel staatkundig, maar op geen enkel gebied ekonomischen vooruitgang gebracht, noch dienst bewezen bij de geboorte van nieuwe klassen. De hebbelijkheid der Republiek in 1778, in altijd grooter mate nog slechts twee klassen, renteniers en bedeelden, d.i. geldkapitalisten en lompenproletariers voort te brengen, deze hebbelijkheid was een ekonomisch degeneratie-verschijnsel, en de omwenteling had die degeneratie niet gestuit.
De kapitalistische ontwikkeling van
1815 tot 1870.
In de smeltkroes der Revolutie mengde en verbond zich wat zelfstandig en gescheiden had geleefd. De oude federatieve republiek werd omgesmolten tot nationale eenheid; het oud stedelijk provinciaal bewustzijn tot nationale idee. De school der gecentraliseerde bureaukratie, die Nederland eerst als koningrijk Holland, toen als provincie van het keizerrijk doorliep, ruimde de partikularistische instellingen op. Na zooveel schokken en zulk groot gemeenzaam leed, was in 1813 de herinnering aan de partijschappen flauw