Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/66

Deze pagina is niet proefgelezen

62

uit de schatkist, bij wijze van bezuiniging: in '35 werden deze, van ƒ 500,000 in vroegere jaren, op de helft teruggebracht.

De landbouw leed sterk onder de zware grondbelasting; op 't platteland stegen zoo lang militie en schutrijen in 't veld waren, daarenboven de loonen; en graanprijzen bleven laag. Van den landbouw fde bijna twee derde der bevolking, en zijn malaise werkte natuurlijk op het andere derde terug. Ter wille van aangelegenheden van ondergeschikt belang, nu het duidelijk was dat de hoofdzaak—de onafhankelijkheid van België —door de houding der mogendheden was gewaarborgd; ter wille van "eenige centen tonnengeld op de Schelde, familie-belangen nopens Luxemburg, en beschikkingen over wegen en vaarten, die gemakkelijk weer doelloos kunnen worden gemaakt,"[1] zooals Luzac zich uitdrukte in de Kamer, onderwierp Willem I het land aan een uitputtingskuur die negen jaar duurde, en hield niet op, eer de patient bijna bezweken was.

De oude Republiek had zwaardere tijden doorgemaakt dan het "gewapend bestand" en kostbaarder oorlogen gevoerd. Maar haar bloedrijke konstitutie bleef gezond en tierde, in omstandigheden, die 't bloedarm lijf van nieuw-Nederland de tering bezorgden. Handel niet te vergeten de kaapvaart—en nijverheid voerden in de 17de en 18de eeuw de Republiek altijd weer nieuwe schatten toe, omdat zij op een driedubbele uitbuiting berustten: 1° van de oostersche


  1. Van deze aangelegenheden was de onvoorwaardelijke opening der Schelde 't gewichtigst in hare gevolgen. De tegenzin der regeering, in zake de vrije vaart op de Schelde toe te geven, kwam voort uit haai gegronde bezorgdheid voor den nadeeligen invloed van de mededinging van Antwerpen voor de Hollandsche havens.