77
al deed zij 't minder bewust dan wij den onzen. Het "souvereine" koningschap in Nederland trachtte zich, bij 't geluid der Parijsche fussiladen, nog schrap en op zijn achterste beenen te zetten, maar zoodra Berlijn 't Fransche voorbeeld volgde, viel het van schrik omver. Een paniek beving de autokratie, toen de troonen over de grenzen omverrolden of 't kegels waren geweest,
Berlijnsche studenten, klein-burgers en arbeiders hielpen op den 18den Maart de Duitsche bourgeoisie aan de heerschappij, maar ook de Nederlandsche. Een ander overwon voor haar, en zij hoefde niets meer te doen, dan de zoete vrucht in den mond te steken en zich te verbazen, dat haar vijanden nog laffer waren dan zij.
De houding der Ned. bourgeoisie in de voorjaarsdagen van '48, en in de jaren daarna, wordt beheerscht door het feit, dat zij noch met een reaktionaire klasse voor zich, noch met een echte revolutionaire achter zich te rekenen had. Zij werd tegen gehouden noch gedreven. Zij deed niets meer en niets minder, dan zij zich voorgenomen had te doen, nl, wat noodig en nuttig was voor haar zelve, Zij behoefde niet den steun van het proletariaat of van de kleine burgerij om met het konservatisme af te rekenen; zij werd dus ook niet gedwongen tot tijdelijke concessies aan proletariaat en kleine burgerij die zij hen later weer afhandig maakte: op de aktie behoefde geen reaktie te volgen, want de aktie had precies de klok van het politieke leven op het uur der volle en ongedeelde heerschappij van de bourgeoisie gezet. Door een kiesstelsel van direkte verkiezingen met hoogen census vestigde zij de meest naakte en brute heerschappij